8228 opgenomen, zoals is vervat in het door de Commissie herzie ne wetsontwerp. Dit artikel luidt als volgt: „Voor zover betrett landbouwcredietbanken kunnen algemene voorschritten be trekking hebben op de collectiviteit van een centrale en bij haar aangeslotenen, dan wel op de collectiviteit van de aan geslotenen alleen. Alsdan is de centrale verplicht aan te to nen, dat de collectiviteit voldoet aan de in het algemene voorschrift gestelde eisen". De Minister heeft een dergelijk wetsartikel niet in het bij Nota van wijzigingen herziene wetsontwerp opgenomen. Nochtans worden aan het onder- werpelijke punt in de Memorie van Antwoord duidelijke beschouwingen gewijd. Vooreerst komt men in de artikels- gewijze behandeling in de Memorie van Antwoord onder artikel 3 de opmerking tegen: dat het onderbrengen van Centrale Banken enerzijds en boerenleenbanken anderzijds in verschillende afdelingen van het register geen afbreuk doet aan ,,de organische eenheid van ieder der Centrales met de bij haar aangesloten lokale boerenleenbanken". Voorts wordt in de artikelsgewijze behandeling onder arti kel 10 tot slot het navolgende opgemerkt: „Inderdaad moeten de algemene voorschriften verschillend kunnen zijn voor onderdelen van de in artikel 2 als afdelingen aange duide collectiviteiten van credietinstellingen. Dit is in arti kel 10 ook mogelijk gemaakt aangezien is opgenomen, dat de voorschriften voor onderscheidene groepen van gere gistreerde credietinstellingen verschillend kunnen zijn. Met opzet is niet gesteld de onderscheidene groepen, om te laten uitkomen, dat de hier bedoelde groepen andere kun nen zijn dan die in artikel 2 genoemd. Om deze reden zal het ook zonder wijziging van de tekst mogelijk zijn te be palen, dat de algemene voorschriften gelden voor de col lectiviteit van een centrale landbouwcredietbank met de daarbij aangesloten lokale banken dan wel voor de geza menlijke aangesloten banken alleen". Voor deze duidelijke uitspraak in de Memorie van Ant woord zijn wij uiteraard de Minister van Financiën ten zeer ste erkentelijk. Wij vragen ons evenwel af, of door een der gelijke uitspraak in de Memorie van Antwoord wel voldoen de rechtszekerheid wordt verschaft. Over de bedoelingen van de Minister en evenmin over de bedoelingen van De

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 18