8179 Verschillende groepen uit de Kamer gaan vervolgens in op de vraag of de indiening van het wetsontwerp wellicht sa menhangt met de mogelijkheid voor de Schatkist om het Schatkistpapier, waarmede kapitaalsuitgaven en begrotings tekorten zijn gefinancierd, terug te betalen zonder een recht streeks beroep te moeten doen op De Nederlandsche Bank. Daarbij raken zij uiteraard hef vraagstuk aan van de nog al tijd hoge kortlopende schuld van de Staat, die niet werd (kon worden) geconsolideerd. Daaromtrent wordt het navolgende opgemerkt: ,,De genezing van deze kwaal moet niet worden gezocht in een regeling, welke de banken verplicht grote bedragen in schatkistpapier aan te houden, maar in de be vordering van een omvangrijke consolidatie der vlottende schuld, een verhoging van het disconto en een inperking van het crediet der Nederlandsche Bank aan credietinstellingen. Weliswaar zal zulk een consolidatie in de vereiste omvang niet aanstonds mogelijk zijn. De Regering moet daarvoor een gunstig klimaat kweken. Wellicht zou hef voorbeeld van Frankrijk kunnnen worden gevolgd, waar men de nieuwe, van de in begin 1949 uitgegeven consolidafie-lening deel uitmakende obligaties kon verkrijgen door inlevering van oude, lager rentende stukken a pari tot de helft van de waarde der nieuwe stukken benevens betaling in contanten van de andere helft". Hier zien we dus uit de Kamer een zelfde suggestie naar voren komen als wij ook hebben ge lanceerd in het slot van hef in het vorige nummer van onze Maandelijkse Mededelingen opgenomen artikel over het onderwerpelijke wetsvoorstel. Door enkele leden, waarschijnlijk van A.R. huize werd op gemerkt, dat de critiek op het voorliggende wetsontwerp niet anders dan vernietigend kan zijn, maar tekort schiet, indien zij niet tevens opbouwend elementen zou bevatten en een weg zou wijzen, die wellicht uitkomst zou bieden uit de im passe, waarin ons financieel bestel is geraakt. Deze leden hielden zich ervan overtuigd, dat de vrijwillige samenwer- 'J Het zal onze lezers wel niet zijn ontgaan, dat er cp blz. 8147 van het vorig nummer der Maandelijkse Mededelingen, waarin deze aange legenheid wordt behandeld, in de vijfde regel voor het einde van het desbetreffend artikel, voor het woordje „rekeningen" moet worden ge lezen „leningen".

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 5