8193
horen, verhoudingsgwijze althans, tot de uitzonderingen, ze
ker onder de bevolking van het platteland waaruit de Boe
renleenbank vrijwel haar gehele cliëntele recruteert. Wij zul
len daarom in dit artikel op de huwelijkse voorwaarden niet
te diep ingaan en ons hoofdzakelijk met de algehele ge
meenschap van goederen bezig houden.
Zijn er geen huwelijkse voorwaarden gemaakt, dan bestaat
tussen man en vrouw vanaf het ogenblik der huwelijksvol
trekking algehele gemeenschap van goederen. Staande hu
welijk kan hierin geen wijziging meer worden aangebracht.
Met de huwelijksvoltrekking wordt uiteraard bedoeld het
z.g. burgerlijk huwelijk, aangegaan op het gemeentehuis ten
overstaan van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Het
kerkelijk huwelijk heeft op de burgerrechtelijke positie van
man en vrouw geen invloed. Deze kwestie is niet van belang
ontbloot sedert de laatste jaren om diverse redenen het bur
gerlijk huwelijk in menig geval reeds maanden eerder dan
het kerkelijk huwelijk werd aangegaan.
De huwelijksgemeenschap omvat, wat hare baten betreft,
alle roerende en onroerende goederen der echtgenoten, zo
wel tegenwoordige als toekomstige, ook die welke zij om
niet verkrijgen, tenzij de erflater of de schenker uitdrukkelijk
het tegendeel mocht hebben bepaald. Het tegoed van een
man of vrouw, die een huwelijk aangaat wordt dus een bate
van de huwelijksgemeenschap zodra het burgerlijk huwelijk is
voltrokken. Het tegoed, dat staande huwelijk wordt verkre
gen valt vanzelfsprekend eveneens in de huwelijksgemeen
schap, ook indien hef ten name van de vrouw wordt gesteld.
Het beheer over de activa tot de huwelijksgemeenschap
behorende berust uitsluitend bij de man. Hij kan deze activa
verkopen of incasseren zonder tussenkomst van de vrouw.
Op dit punt is de gehuwde vrouw tot op zekere hoogte met
een minderjarige gelijkgeschakeld. Hieruit volgt, dat zo
lang de huwelijksgemeenschap voortduurt, rechtens alleen
de man bevoegd is de saldi tegoed daartoe behorende te
incasseren en deswege kwijting te geven, ook indien het te
goed niet ten zijnen eigen name staat ingelegd doch ten
name van de vrouw.