8187 productie, speciaal van de eigen voederproductie. De Minis ter achtte dit noodzakelijk ter verbetering van de Nederland se betalingsbalans, maar ook omdat de vooruitzichten m.b.t. de import van veevoeder momenteel allesbehalve rooskleu rig zijn. De landen achter het ijzeren gordijn zijn als leveran ciers van veevoeder practisch uitgevallen, de exportmogelijk heden van Argentinië en de Verenigde Staten zijn door ver schillende oorzaken betrekkelijk gering en bovendien onze ker, de prijzen op de wereldmarkt zijn hoog, onze dollar positie is zorgelijk, enz.; daarom mag niet op een ruime veevoederimport gerekend worden. Ook de Marshall-organi satie is tot een soortgelijke conclusie gekomen: West-Europa zal de (broodgraan- en) veevoederproductie sterk moeten opvoeren. Een dergelijke politiek heeft voor de landbouw zijn voor en tegen. Door de vergrote eigen voederwinning en ook door de betere conservering en een doelmatiger gebruik van het zelf gewonnen voer kunnen de veehouderijbedrijven een flinke veestapel aanhouden zonder zich te sterk afhankelijk te maken van de vrije voermarkt. Voorts betekent deze pro ductie-opvoering dikwijls een winst voor bedrijven, welke anders de beschikbare arbeidskrachten niet of niet volledig kunnen benutten. Een aanzienlijke productie-verhoging is echter slechts mogelijk, wanneer er geen onoverkomelijke moeilijkheden optreden. Niet alle bedrijven kunnen even ge makkelijk tof deze intensivering van de bedrijfsvoering over gaan, soms niet wegens een tekort aan arbeidskrachten, soms wegens een tekort aan kapitaal; in de vorige Mededelingen is uitvoerig ingegaan op het verband tussen de opvoering van de agrarische productie, in het bijzonder van de voeder winning, en de extra-behoefte aan kapitaal. De productie-uitbreiding is uiteraard slechts verantwoord, wanneer deze voor de boer ook lonend is. Dit wordt voor een goed deel bepaald door de prijzen van de verschillende kostenelementen en door de prijzen van de voortgebrachte producten. Vele kosten van het landbouwbedrijf zijn in de af gelopen maanden aanmerkelijk gestegen en dit proces heeft zijn einde nog niet gevonden. Zo zullen de kunstmeststoffen in het seizoen 1951/52 weer hoger zijn dan in het vorige sei zoen; men vergelijke slechts de volgende cijfers.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 13