8142
verbod van bepaalde soorten van crediet, of door het aan
een bepaalde vergunning onderwerpen van een afzonderlijk
crediet. Hef hier te lande in 1945 in het kader van de geld-
zuiveringsvoorschriften ingevoerde stelsel heeft het karakter
van een qualitatieve controle aangenomen, terwijl het daar
voor per 1 Januari 1951 in de plaats gekomen systeem (cre-
dietbeperkingsregeling) quantitatief moet worden genoemd.
Het aangeboden wetsontwerp opent de mogelijkheid beide
controles toe te passen. Zo laat bijv. artikel 10, 5de lid, onder
a. en b. een quantitatieve controle toe, terwijl het onder c.
en d. van dezelfde bepaling gestelde een qualitatieve con
trole mogelijk maakt."
Naar de opvatting van de minister nu komt aan een stelsel
van quantitatieve credietcontröle principieel de voorkeur toe.
Hij stelt zich dan ook voor, dat zoveel mogelijk deze me
thode zal worden gekozen. Dit neemt echter niet weg, dat
het zou getuigen van onvoorzichtig beleid, aldus de minis
ter, indien alle mogelijkheden om qualitatieve controle toe te
passen, zouden worden uitgesloten. Het is denkbaar, dat zich
omstandigheden zouden voordoen, onder welke het quanti
tatief werkende middel niet effectief zou kunnen blijken, zo
dat tot het qualitatief ingrijpen zou moeten worden overge
gaan in deze zin, dat bijv. bepaalde vormen van crediet wor
den verboden of beperkt, of dat bepaalde crediefen slechts
met toestemming van De Nederlandsche Bank mogen worden
verleend. Aldus moet men de in artikel 10 sub c. en d. vijfde
lid gegeven bevoegdheden bezien.
Indien de Minister in de Memorie van Toelichting uitdruk
kelijk zijn voorkeur uitspreekt voor algemeen voorschriften,
die naar hun inhoud neerkomen op een quantitatieve regle
mentering, zouden wij nog een kanttekening willen plaatsen
met het oog op de toepassing daarvan ten aanzien van de
boerenleenbanken. Indien daarbij een vergelijking wordt ge
troffen met de credietbeperkingsregeling, zoals in de Memo
rie van Toelichting geschiedt, door welke regeling de crediet-
verlening eveneens quantitatief, d.i. naar hoeveelheid uit
staand crediet wordt begrensd, komen wij op een vraagstuk,
dat ook bij de besprekingen rondom de credietbeperkings-