8137
gesteld, dat zich in het georganiseerde landbouwcrediet geen
moeilijkheden hebben voorgedaan, die de bijzondere maat
regelen als in het wetsontwerp neergelegd, rechtvaardigen.
„Onnodig en ondoeltreftend, ja zelfs schadelijk zou het even
wel zijn en derhalve onaanvaardbaar, indien het toezicht op
het credietwezen en daarmede ook het toezicht op het land
bouwcrediet zou worden georganiseerd als een overheids
taak, waarbij de verantwoordelijkheid daarvoor primair bij de
overheid zou berusten."
Hiermede zijn we al aanstonds gekomen bij een der hoofd
kenmerken van het wetsontwerp, dat in het request van de
beide Centrale Banken fel wordt belicht, terwijl dit in de
reactie van andere zijden meer op de achtergrond blijft. Het
ontwerp blijft n.l. in gebreke de verhouding te bepalen tus
sen het toekomstig overheidstoezicht en de controle-orga
nen, die door de groepen zelf zijn of zullen worden in het
leven geroepen. Alsof er een volkomen nieuwigheid op de
wereld wordt gebracht, zegt artikel 9, lid 1De Nederland-
sche Bank houdt toezicht op de geregistreerde crediefinstel-
lingen. Het artikel vervolgt dan: Wij behouden Ons voor, De
Nederlandsche Bank en de betrokken organen gehoord, na
dere regelen te stellen, waarbij de uitoefening van het toe
zicht op de landbouwcrediefbanken, de algemene spaarban
ken en de commissionnairs in effecten, ten dele wordt opge
dragen aan andere organen dan de bank, zulks echter met
dien verstande, dat deze bij de vervulling van de hun op te
dragen taak zullen hebben te handelen naar de aanwijzingen
van De Nederlandsche Bank. Blijkens de Memorie van Toe
lichting zijn met die andere organen onder meer ook de
beide Centrale Boerenleenbanken bedoeld. Deze worden
verondersteld als het ware te zitten wachten op een opdracht
van De Nederlandsche Bank om met de uitoefening van het
toezicht ten dele te worden belast. De reeds vijftig jaren ge
leden door de boerenleenbanken aan de Centrale Bank ge
geven opdracht tot toezicht en controle wordt volkomen
genegeerd.
Eenzelfde uiting van de door ons gewraakte centralistische
Staatsgedachfe komt ook tot uitdrukking in de regeling van
de registratie. Alle credietinstellingen, waaronder ook de