8173 enkele te noemen: Tot aan de bezetting is hij tal van jaren voorzitter geweest van de afd. Herpen van de N.C.B., tot op heden president van de Raad van Toezicht der C.A.V., mede-oprichter en ruim 25 jaren be stuurslid der Paardenverzekering van de N.C.B. en bestuurslid van de Coöp. Stoomzuivelfabriek St. Joseph te Schayk. Deze en nog tal van andere functies hadden steeds zijn volle belangstelling en hij was een voorbeeld voor zijn mede-bestuurderen. In het begin van zijn ongesteldheid kreeg hij het traditionele schrij ven van de Centrale Bank, waarbij hem wegens het bereiken van de 70-jarige leeftijd in overweging werd gegeven zijn functie aan jongere krachten over te dragen. Hij verklaarde zich hiermede direct volkomen accoord, ofschoon hij toen nog ten volle voor zijn taak berekend was. Hij was niet de man, die zich persoonlijk op de voorgrond stelde, doch hij had steeds het algemeen belang op het oog. Het is jammer, dat blijkbaar een noodlottig ongevalletje de laatste tijd zijn leven zodanig heeft ondermijnd, dat er voor hem te vroeg een einde is gekomen aan een voor hem welverdiende meer rustige levensavond. Zijn nagedachtenis zal steeds in hoge ere blijven. Hij ruste in vrede. A. E. DE VRIES, t Op 22 Mei overleed te Steenwijkerwold, na voorzien te zijn van de H.H. Sacramenten der stervenden, de heer Albertus E. de Vries, President van de Raad van Toezicht der boerenleenbank. De overledene werd in 1935 gekozen tot lid van de Raad van Toe zicht en tevens als president. Hij was een oprecht en degelijk man, die de belangen van de boerenleenbank steeds met grote toewijding heeft gediend; hij was een trouw bezoeker van de bestuursvergaderingen. Hoewel door een ernstige ziekte aangetast, heeft hij zolang het enigs zins kon, deze vergadering bijgewoond. Zijn adviezen getuigden van een helder inzicht en werden zeer gewaardeerd. Zijn gezin verliest in hem een zorgzaam huisvader en de boerenleenbank een goed be stuurslid. Geve God dat zijn vrouw en kinderen de sterkte en kracht mogen ontvangen dit zware verlies te dragen en moge de overledene het loon voor zijn goede werken reeds hebben ontvangen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 39