8154
boerenleenbanken daaronder begrepen, doch dan mag een
dergelijke regeling slechts op de boerenleenbank worden
toegepast, voor zover haar tunctie in het kapitaalmarktver-
keer betrett. Gaat het daarentegen in een geleide bank-
economie om een reglementering van het credietwezen, dan
zullen de boerenleenbanken daarin slechts mogen worden
betrokken voor zoveel hun tunctie als credietbank betrett.
Indien dit onderscheid niet voldoende in het oog wordt ge
vat, dreigt het gevaar, dat de boerenleenbanken dubbel in
dergelijke reglementeringen worden begrepen; en eenmaal
is reeds meer dan genoeg. Dit euvel menen wij nu ook te
moeten signaleren in de constructie van de credietbeperkings-
regeling. Het uitgangspunt daarbij is geweest om de boeren
leenbank in haar kapitaalmarkttunctie zoveel mogelijk daar
buiten te houden. De credietbeperkingsregeling heeft immers
alleen op het oog een breideling van een credietgeving, zoals
die geschiedt door de handelsbanken; levensverzekerings
maatschappijen en spaarbanken vallen niet daaronder. Dien
overeenkomstig is het begrip debetsaldi bij de toepassing van
de credietbeperkingsregeling voor de boerenleenbanken ook
beperkt: beleggingen zijn er buiten gebleven. Het spijt ons
evenwel te moeten constateren, dat deze richtlijn niet conse
quent is voortgezet. Langlopende leningen aan rechtspersonen
namelijk, voor zover zij althans langer lopen dan 10 jaren, val
len niet onder het begrip debetsaldi van de credietbeper
kingsregeling; daarentegen wel overeenkomstige leningen
aan natuurlijke personen, zoals aan boeren en tuinders. Dit
verschil in behandeling is uit economisch oogpunt niet of
moeilijk te beredeneren. Ook doet zich de vreemde figuur
voor, dat een z.g. vaste hypotheek aan boer of tuinder ver
strekt buiten de credietbeperkingsregeling valt, terwijl een
borgtochtvoorschof wel onder de debetsaldi wordt gerang
schikt, zodat deze volledig aan de werking van de crediet
beperkingsregeling is blootgesteld. Hieruit vloeit de voor ons
onaanvaardbare consequentie voort, dat de sociaal zwakkere,
die namelijk geen hypotheek kan bieden, omdat hij geen
eigendom heeft, een hogere rente zal moeten betalen dan de
eigengeërfde boer of tuinder, die op zijn goed aan de bank
hypotheek kan verlenen. Dit sociale euvel dient in het bij
zonder te worden gesignaleerd in het licht van de financie
ringsbehoefte van land- en tuinbouw, voor zover door boe-