8152
geen 10% van de aan de boerenleenbanken gezamenlijk
toevertrouwde creditsaldi in debetsaldi hebben omgezet, cre-
dietopneming bij De Nederlandsche Bank nog niet in aanmer
king komt. Een klein amendement zou op deze redenering
nog mogelijk zijn. Indien men de gelijkstelling met de han
delsbanken zoveel mogelijk zou willen doortrekken, zou kun
nen w-orden gesteld, dat ook de handelsbanken geen 10%
van de creditsaldi vrij hebben gekregen, doch 10% van hun
liquiditeiten, dit is practisch het verschil tussen creditsaldi min
debetsaldi. Zou men bij een collectieve toepassing van de
10% regeling met deze aftrek willen rekening houden, dan
zou daartegen geen bezwaar behoeven te bestaan.
De conclusie van hetgeen hiervoor werd opgemerkt komt
derhalve hier op neer, dat na een aanvankelijke toepassing
van de credietbeperkingsregeling op de boerenleenbanken
individueel en een daarop gebaseerde bepaling van de
limite-overschrijding voor ieder van de boerenleenbanken,
de feitelijke credietopneming bij De Nederlandsche Bank
voor ieder van de boerenleenbanken in verband met de toe
passing van de algemene vergunning nr. 40 D op de collec
tiviteit van de boerenleenbanken wordt gecorrigeerd. Indien
het resultaat van een dergelijke collectieve berekening zou
zijn, dat het in totaal op te nemen crediet bij De Nederland
sche Bank lager ligt dan bij een individuele toepassing van
de credietbeperkingsregeling op de boerenleenbanken, dan
zou de individuele credietopneming, waartoe iedere boeren
leenbank verplicht wordt, dienovereenkomstig naar evenre
digheid dienen te worden verminderd.
Wij hebben evenwel nog onder ogen te zien, dat op de
duur ook de hiervoor beschreven reductie op de toepassing
van de credietbeperkingsregeling per boerenleenbank in
verband met de positie van het geheel, geen uitwerking meer
heeft, zodra practisch alle boerenleenbanken hetzij met haar
uitstaande debetsaldi 105% van de debetsaldi per 30 Sep
tember 1950 hebben overschreden dan wel hun credietge-
ving hebben opgevoerd tot 10% van de toevertrouwde cre-
ditgelden. Zodra als het ware de dalen in de credietgeving
van afzonderlijke boerenleenbanken zijn opgevuld, kan ook
de collectieve toepassing van algemene vergunning 40 D op