8073 Het wachten is thans op De Nederlandsche Bank, die een oplossing in overweging heeft genomen om binnen het ka der van de monetaire mogelijkheden de boerenleenbanken een ruimere armslag te geven. Mogen de klachten uit onze jaarvergadering, waarin grote ongerustheid tot uitdrukking kwam over de gevolgen van de credietbeperkingsmaatre- gelen voor de boerenleenbanken en de ontwikkeling van land- en tuinbouw, doordringen tot de hoogste regionen van het financiëel organisme van ons land, die ongetwijfeld er voor zullen zorgen, dat land- en tuinbouw en boerenleen banken samen want zij horen onverbrekelijk bij elkaar haar belangrijke rol kunnen blijven vervullen in de handha ving van een economisch en monetair evenwicht in ons land en van een passende levensstandaard, waarvoor het product van land- en tuinbouw zowel met het oog op de binnenlandse voedselvoorziening als de export onmisbaar is. VERSLAG VAN DE ALGEMENE VERGADERING DER COÖ PERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK, GEHOUDEN OP 23 APRIL 1951. De heer Mr. P. Truyen opende de algemene vergadering der Centrale Bank als voorzitter met de Christelijke groet, waarna hij zich als volgt tot de vergadering richtte: Toespraak van Mr. P. Truyen, Voorzitter van de Raad van Toezicht. Het is mij een genoegen op deze stralende lentedag U, afgevaardigden van de bij onze Centrale Bank aangesloten boerenleenbanken, benevens degenen, die op grond van hun positie in onze organisatie hier aanwezig zijn of aan onze uitnodiging tot het bijwonen dezer vergadering gevolg heb ben willen geven, hartelijk welkom te kunnen heten in deze bijeenkomst. Door het Bestuur van onze Bank is een uitvoerig en goed gedocumenteerd jaarverslag uitgebracht, dat aan alle aange sloten banken is toegezonden. Reeds in de aanhef van dit verslag confronteert het Bestuur ons met de ernst en de moeilijkheden der tijden, die wij beleven. „Het verslagjaar"

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 7