8123 doorberekend. Waf zal er in de agrarische sector geschieden? Vooropgesteld moet worden, dat voor een groot gedeelte van de agrarische producten een volkomen vrije prijsvorming bestaat. Dit betekent, dat de prijzen van deze producten worden bepaald door de vraag en het aanbod en dat de pro ducenten boeren en tuinders maar moeten afwachten welke prijzen hun producten zullen doen. Zij kunnen de prij zen niet verhogen omdat hun productiekosten b.v. door de loonsverhoging gestegen zijn. In feite is er dus voor deze producten geen sprake van een doorberekening van de gestegen kosten in de prijzen. Voor sommige producten is dit niet erg, zoals voor voergranen, omdat de prijzen hiervan reeds hoog genoeg of beter reeds te hoog zijn. Voor andere producten ligt de situatie echter geheel anders, zoals voor groenten en voor eieren. De verlaging van de subsidie op veevoer betekent voor de pluimveehouderij, dat de kost prijs 2,1 ct. per ei hoger wordt, terwijl de eierprijs hierdoor niet stijgt. Voorts moet erop gewezen worden, dat de land- en tuin bouwers en dit geldt in het bijzonder m.b.t. de kleine boeren en tuinders hun inkomen vooral moeten ontvangen uit de beloning van de arbeid, door hen en hun medewer kende gezinsleden gepresteerd. Wanneer nu in de prijzen van de producten de 5°/o loonsverhoging en de hogere voerkosten doorberekend zouden worden, zou voor vele boeren en tuinders het inkomen evenals voor de loonarbei ders in geld uitgedrukt met 5°/o stijgen, doch hun reële inkomen zou dalen, omdat de kosten van levensonderhoud en ook de bedrijfskosten aanmerkelijk meer gestegen zijn. Voor de producten, waarvoor geen vaste prijs of prijsga rantie geldt, kan over het algemeen geen doorberekening plaats vinden. Zulks kan wel geschieden t.a.v. de basisprijs voor baconvarkens en de garantieprijs voor de melk. De kost prijs van baconvarkens is als gevolg van de subsidieverla ging en de loonsverhoging met 27 ct. per kg. geslacht ge wicht gestegen en dus zou de nieuwe basisprijs moeten be dragen 2,06 (huidige prijs) 0,27 2,33 per kg. En dan is over de kostenstijging de gebruikelijke 20% onder nemersbeloning niet berekend. Wegens de moeilijke om standigheden, waarin ons land nu verkeert, wil de landbouw'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 57