8118 niets van dat alles, zodat ook de debiteuren van de moge lijkheden tot gehele of gedeeltelijke aflossing in de finan cieel gunstige oorlogsjaren ten volle hebben kunnen profi teren. Wanneer ik nu het grote belang van de uitbreiding van de activiteit onzer Boeren-Hypotheekbank aldus overweeg, dan vraag ik mij af, hoe het komt dat nog een aantal boerenleen banken de grote voordelen onzer instelling aan haar leden onthouden door niet tot de Boeren-Hypotheekbank toe te treden. Wij mogen ons er over verheugen, dat van de 583 locale banken, die einde 1950 bij de Centrale waren aange sloten er 536 lid waren van de Boeren-Hypotheekbank. Dat is mooi, maar het is niet voldoende. Wij mogen niet tevreden zijn, voordat wij de volle 100% hebben behaald. Ik veroor loof mij daarom op de hier aanwezige afgevaardigden der locale boerenleenbanken, die nog niet bij de Boeren-Hypo theekbank zijn aangesloten, een ernstig en dringend beroep te doen om de aansluiting hunner bank bij hun bestuur aan hangig te maken, om aldus te bereiken, dat ook de leden van de thans nog niet bij de Boeren-Hypotheekbank aangesloten banken zo spoedig mogelijk in staat worden gesteld van de voordelen onzer instelling profijt te trekken. Want U moet bedenken, dat alleen leden van Boerenleenbanken, die bij de Boeren-Hypotheekbank zijn aangesloten, gelden op de door mij zoeven geschetste voordelige condities kunnen verkrijgen. Ook is het bij de inzage van ons jaarverslag opgevallen, dat de hypotheken onzer Bank zo ongelijk over het land verdeeld zijn. Van het totale bedrag van bijna 5 millioen stond bijna 3 millioen uit in de provincie Noord-Brabant. Dat is veel meer dan de helft. Limburg met niet zo heel veel minder boerenleenbanken steekt daar met slechts ruim 370.000,bepaald ongunstig bij af. In de verhoudingen ten aanzien der andere provincies wil ik mij liever maar niet verdiepen. Ik zou dan te uitvoerig moeten worden. Maar ik meen toch wel Uw aandacht voor dit zeer opvallend ver schijnsel te mogen vragen. Het jaarverslag geeft mij overigens weinig aanleiding tot het maken van opmerkingen. Zoals U daaruit hebt kunnen zien, bewegen zich de werkzaamheden onzer vennootschap weer in een opgaande lijn en zal de gewone reserve na aan-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 52