8117 gesteld en meen mij te mogen veroorloven zo ook thans nog eens in enkele woorden kort samen te vatten: Ten eerste: is de bij ons gesloten hypotheek onopzegbaar; men behoeft dus niet te vrezen, dat de lening op een onge schikt moment wordt opgezegd of tegen minder gunstige voorwaarden zal moeten worden vernieuwd, zoals het geval kan zijn bij leningen, die voor een termijn van 5 jaar vast worden gegeven, hetgeen vele instellingen doen. Wij geven de hypotheek voor 40 jaren vast. Ten tweede: de rente wordt nooit verhoogd; de geldne- mer weef dus voor de gehele duur der lening, waar hij aan toe is. Bij oplopende rente loopt hij dus geen gevaar. Zou daarentegen de rente min of meer duurzaam gaan dalen, en kan onze hypotheekbank pandbrieven van een lager rente type uitgeven, dan maakt de geldnemer een goede kans, dat de Bank de rente vrijwillig vermindert, zoals ook inderdaad in het verleden is voorgekomen, omdat onze instelling geen winst behoeft te maken en alleen in het leven is geroepen om de belangen van de boerenstand te dienen. Ten derde: De rente is om dezelfde reden laag gesteld; zij gaat natuurlijk voor de nieuwe leningen met de tijd mee, want wij moeten het geld zien te krijgen van de opbrengst der ge plaatste pandbrieven en bij de uitgifte daarvan moeten wij rekening houden met de mogelijkheden, die de tijdsomstan digheden ons bieden. Ten vierde: Men komt geleidelijk uit de schuld, doordat de debiteur geregeld aflossingen moet betalen, die echter over een tijdvak van 40 jaren zijn verdeeld en daarom in het algemeen niet te zwaar drukken. Voor bijzondere geval len, b.v. om aan de moeilijkheden van jonge gezinnen tege moet te komen kan men bij speciaal beding de eerste jaren van aflossing worden vrijgesteld. Ten vijfde: Tussentijdse aflossingen zijn altijd zonder bezwa rende voorwaarden en ook bij kleine gedeelten mogelijk; ik behoef niet uiteen te zetten, van hoe groot belang dit voor de debiteur is; dikwijls wordt bij hypotheken bedongen, dat men niet bij gedeelten kan aflossen, omdat de schuld eiser een rustig bezit verlangt, of dat bij vervroegde aflos sing een extra boete-bedrag moet worden betaald, omdat de schuldeiser niet altijd gemakkelijk zijn kapitaal tegen de zelfde rente kan herbeleggen; bij de Boeren-Hypotheekbank

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 51