8109 courantcrediet aan gemeenten opgenomen bepaling dienen ae boerenleenbanken bij de uitschrijving van haar rente nota's wel rekening te houden. Indien echter een zodanige grote rekening, waarmede de limites van de credietbeper- kingsregeling uitsluitend wordt overschreden, betrett het pak huis van de Boerenbond, de coöperatieve aan- en verkoop vereniging, de veiling of de zuivelfabriek, zal doorgaans de voor een dergelijk crediet verschuldigde rente niet gekop peld zijn aan het promesse-disconto van De Nederlandsche Bank en kan de boerenleenbank derhalve niet eraan ontko men om voor die rekeningen de verschuldigde debetrente te herzien en in de onderwerpelijke gevallen te brengen op een half procent boven het promesse-disconto van De Ne derlandsche Bank, dit is thans effectief 5%. Slechts dan zou deze renteverhoging zich tot 4j^°/o kunnen beperken, indien de boerenleenbanken ertoe zouden besluiten om voor alle credieten, die onder het begrip „debefsaldi" vallen, ook in dien daarmede de limites van de crediefbeperkingsregeling niet worden overschreden, de debetrente over de gehele lijn fe verhogen tot 4^°/o. Ook in dit verband zou wederom een beroep kunnen worden gedaan op de onderlinge soli dariteit bij de boerenleenbanken; wij vragen ons daarom at of het niet juist zou zijn en ook geheel in de lijn van de maatregelen, die o.a. een bovenmatige bevoorrading willen voorkomen, dat bij alle boerenleenbanken ertoe wordt over gegaan om de debetrentetarieven voor rekening-couranf- crediet aan economische instellingen te brengen op 4j^°/o. Het is ons bekend, dat ook de Centrales van deze instellingen prijs erop stellen, dat door de boerenleenbanken een zoveel mogelijk gelijk tarief voor rekening-courantcrediet wordt ge hanteerd. Zulks zou dan ook dienen te gelden voor de eerste categorie banken, die strikt genomen niet aan deze rentever hoging toe zijn. Ook hier vraagt echter de onderlinge solida riteit een zo groot mogelijke gelijkheid van rentepercenta ges; de bezwaren voor de financiering van de bedrijven van boerenbonden of van de coöperatieve aan- en verkoopver enigingen van deze extra rente-verhoging uitsluitend voor crediet in lopende rekening behoeven niet overwegend te zijn, daar deze bedrijven zouden kunnen worden tegemoet gekomen door een deel van de financiering, voor zover een vasfe kern van voorraden en vorderingen daartegenover

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 43