8108 tochtvoorschotten zouden kunnen handhaven. Evenwel is in onze organisatie steeds prijs erop gesteld, dat de rentetarie ven bij de verschillende boerenleenbanken niet al te zeer zouden uiteen lopen. Op dit punt verschaffen ons de crediet- beperkingsmaatregelen, die voor de boerenleenbanken heel verschillend uitwerken, grote moeilijkheden. Met de uiteen lopende posities van de boerenleenbanken ten opzichte van de credietbeperkingsmaatregelen zal echter rekening dienen te worden gehouden en derhalve zullen verschillen in rente tarieven bij de boerenleenbanken dienen te worden aan vaard. De onderlinge solidariteit in de boerenleenbankorga- snaitie brengt echter mee, dat deze verschillen niet al te groot mogen worden. Indien er nu boerenleenbanken zullen zijn, die noodgedwongen naar een rentetarief zullen moeten van niet minder dan 5%, zou het anderzijds aanbeveling verdie nen, dat ook de boerenleenbanken, die nog niet rechtstreeks door de discontoverhoging van De Nederlandsche Bank wor den gefroffen, zich houden aan een minimum rentetarief voor de z.g. debefsaldi, die onder de credietbeperkingsmaatrege len vallen en wel van 4°/o. Voorzover voor uitzettingen in rekening-courant dan wel voor borgtochtvoorschoften nog rentecondities gelden van 3%% zouden deze dienen te wor den verhoogd tot tenminste 4%. b. De banken, die alleen voor enkele grote debetreke ningen, bijv. van gemeente of van instellingen, de limites van de credietbeperkingsregeling overschrijden, doch overi gens daar beneden blijven. Deze banken zouden in haar rentepolitiek 2 wegen kunnen bewandelen, n.l. of voor alle „debefsaldi" de debefrenfe brengen op tenminste 43^% dan wel het geldende debet rentetarief van 4)40/o voor banken, die de credietlimites over schrijden, handhaven en voor de evengenoemde grote reke ningen de debetrente brengen op minimum 5%. Dikwijls zal de overschrijding voortkomen uit een rekening-couranfcre- diet aan een gemeente; daarvoor geldt echter reeds, dat de debefrenfe bepaald is op een 3/2°/o boven het promesse disconto van De Nederlandsche Bank. Voor dergelijke cre- diefen is hef dus zo, dat sedert 17 April j.l. in werkelijkheid door de gemeente een debefrenfe verschuldigd is van 5%; met deze in de lopende contracten terzake van rekening-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 42