8094 van na-betalingsgelden te verbreden. Gelukkig mag ik zeggen ondervinden wij in deze de noodzakelijke mede werking van de coöperatiebesturen om een verdergaande verantwoorde credietfinanciering door de Centrale Bank mo gelijk te maken. Wel is te betreuren, dat deze tinanciering de belemmering ondervindt van de credietbeperkingsmaat- regelen en daardoor zoveel duurder wordt. Dat de monetaire autoriteiten van ons land waakzaamheid geboden achten en tot bepaalde maatregelen kwamen, kan ik billijken, doch dat het coöperatieve landbouwcrediet en daarmede land- en tuinbouw zo weinig werden ontzien, is voor mij onbegrijpe lijk. Gelukkig is het overleg nog gaande om in deze het coö peratieve landbouwcrediet en daarmede land- en tuinbouw enigszins tegemoet te komen; ik hoop en spreek mede na mens de gehele Vergadering de verwachting uit, dat de voortgezette besprekingen spoedig tot een goed resultaat mogen leiden. Het balansbeeld van de Centrale Bank onderging door de verschillende wijzigingen, die zich in het verslagjaar vol trokken, geleidelijk een aanmerkelijke wijziging. Alle uitzet- tingsposten van de Centrale Bank, zoals het Effectenfonds, de beleggingsuitzettingen en de bedrijfsdebiteuren namen toe, terwijl de onmiddellijk beschikbare gelden daalden; uiteraard heeft deze ontwikkeling onze volle aandacht, maar wij kunnen met gerustheid zeggen, dat de liquiditeit van de Centrale Bank nog altijd veel groter is dan ooit voor 1940. Nog altijd staat ons zonder dat het beleenbare effecten fonds daarbij in aanmerking is genomen een bedrag van ruim 120 millioen ter beschikking om aan directe opvragin gen het hoofd te bieden. Het geheel van de verschuivingen, die plaats vonden, had tot gevolg, dat het rendement van de Centrale Bank enigs zins verbeterde. De rentewinst steeg van 1,5 tot 2,3 mil lioen. Ook de provisie-inkomsten vertoonden een lichte stij ging; daartegenover liepen de „andere baten", die in hoofd zaak betrekking hebben op koerswinsten bij uitloting of ver koop, terug. De onkosten van de Centrale Bank gaven een lichte vermeerdering te zien, hetgeen op zich zelf begrijpe lijk is bij de toenemende uitbreiding van werkzaamheden en in verband met stijgingen van de salarislast. Na reservering tegenover bedrijfsrisico's, waarmede bij de sterke uitzetting

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 28