8087 bedrag van ruim 1 milliard, in het verslagjaar was met het rekening-courantverkeer bij de boerenleenbanken reeds een bedrag gemoeid van ruim 300 millioen meer, dus in totaal een bedrag van ruim 1,3 milliard. Ook in het lopende jaar bleven de omzetten op lopende rekening bij de boeren leenbanken zich gunstig ontwikkelen; zulks blijkt uit de na volgende cijfersBeliepen in de eerste twee maanden van 1950 de omzetten bij boerenleenbanken in lopende rekening een bedrag van 163 millioen, voor de beide eerste maan den van 1951 beliep dit totaal 40 millioen meer dus 206 millioen. Met het oog op de spaarvorming bij de boerenleen banken is deze ontwikkeling van het rekening-courantver keer voor ons een grote geruststelling. De crediet- en voorschotverlening van de boerenleenban ken heeft natuurlijk sterk de aandacht getrokken in verband met de in September van het voorafgaande jaar aangekon digde crediefbeperkingsmaatregelen van De Nederlandsche Bank. De stijging nu van de door de boerenleenbanken ver leende credieten en voorschotten was in het verslagjaar on geveer gelijk aan de toeneming in het jaar 1949. Toen wer den door de boerenleenbanken voor een bedrag van 18 millioen aan voorschoften verleend; in 1950 voor een bedrag van 21 millioen. De toeneming van de credieten in lopende rekening bij de boerenleenbanken liep zelfs nog iets terug; in het jaar 1949 bedroeg deze stijging een bedrag van bijna 9 millioen en in het jaar 1950 een bedrag van 7,7 millioen. Beziet men de stijging van ,,de debetsaldi", waaronder ik dan begrijp de saldi van de uitzettingen, die door de credief beperkingsmaatregelen beheerst worden, dan blijkt, dat de stijging daarvan in 1949 beliep bijna 12 millioen en in het verslagjaar nog geen 13 millioen. Deze gelijkelijk voort gaande stijging van de uitzettingen der boerenleenbanken kan dunkt mij normaal worden genoemd, indien, zoals het geval is, op het einde van 1950 de boerenleenbanken gezamenlijk 28% van de toevertrouwde gelden in eigen kring hadden uitgezet tegen ruim 50% in het jaar 1939. Uiter aard moet de nodige voorzichtigheid worden betracht; ook zijn er in onze landbouwcredieforganisatie wel symptomen, die een grotere voorzichtigheid noodzakelijk maken; ik zou echter de gepaste voorzichtigheid liever op een in onze boerenleenbankorganisatie meer gebruikelijke en meer doel-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 21