8084
omtrent de dag van morgen. Hoe ben ik ervan overtuigd,
dat velen naar deze Vergadering zijn gekomen, beladen met
zorgen, omdat zij niet weren ot voor het product van hun
arbeid afzet zal bestaan. Terecht wordt de werkeloosheid als
een van de grootste kwaden van de wereld bestreden; maar
is het nog niet veel erger te moeten constateren, dat, na ge
ploeterd en gezwoegd te hebben om het beste voort te
brengen, waartoe men in staat is, kunstmatige staketsels de
afzet daarvan weerhouden en dat terwijl er kopers genoeg
zouden zijn. Dat zijn de zorgen voor de tuinbouw, dat zijn
ook de zorgen van het gemengd bedrijf, waarin de boeren
verenigd in hun coöperaties, werken en produceren voor de
grote internationale afzetmarkten. Maar ook op deze interna
tionale markten dient de sociale rechtvaardigheid te worden
betracht; deze beperkt zich niet tot de verhouding tussen
individuën of tussen groepen in een bepaalde nationale sa
menleving; zij dient ook richtsnoer te zijn in de internationale
samenleving en moge er zich dan al een tol of barrière be
vinden aan de internationale grens, geenszins mag zulks be
tekenen, dat men zich in het nationale economische beleid
niet zou behoeven ie bekommeren om het lot van de buur
man.
M. d. V. Hoezeer mijn hart hiervan vervuld is, omdat ik
weet, dat het de zorgen zijn van velen in deze Vergadering,
mag ik hierbij toch niet langer blijven stilstaan; slechts nog
deze ene opmerking: de noden van deze tijd en de barre
onzekerheid, waardoor onze tijd gekenmerkt wordt, maken
de totstandbrenging van een Europees agrarisch plan drin
gend noodzakelijk, opdat boeren en tuinders wederom vaste
grond voelen onder hun voeten, indien zij dag-in dag-uit
bezig zijn akkers en tuinen zo goed mogelijk te verzorgen.
En als dat nog niet kan in een geïntegreerd Europa, waar
over heden ten dage veel gesproken en geschreven wordt,
maar waarvan wij helaas nog maar weinig zien tot stand ge
bracht, dan toch in ieder geval in het beperkte gebied van
het Benelux-verband, waarin een zodanige samenwerking
van boeren en tuinders zou moeten kunnen bestaan, die
allen zowel van benoorden als van bezuiden de grens
ten voordele zou strekken. In de geest van deze gedachten
heet ik de vertegenwoordigers van onze zuster-organisatie