8078
ring bij de woorden van dank, die het Beduur heeft ge
bracht aan de beheerders en de kassiers der plaatselijke boe
renleenbanken en het personeel der Centrale Bank, aan wier
grote toewijding het moet worden toegeschreven, dat ook
in deze tijd van toenemende moeilijkheden ik denk daar
bij met name aan de wederom veel rompslomp meebrengen
de credietbeperkingsmaatregelen het werk onzer organi
satie zo vlot verloopt.
Ik wil bij deze dank echter ook uitdrukkelijk insluiten de
leden van de Directie en het Bestuur. En in het bijzonder
wens ik daarbij te gedenken Dr. Mr. van Hussen, die bij het
einde van het jaar 1950 zijn betrekking van Directeur van
onze Centrale Bank heeft neergelegd wegens het bereiken
van de voor de bekleding van die functie gestelde leeftijd.
De heer van Hussen is vanaf 1935 Directeur der Centrale
Bank geweest, in welke kwaliteit hij Mr. Dubois is opgevolgd,
en heeft zich evenals deze, uit de aard van zijn opleiding en
zijn voorkeur, altijd bijzonder geïnteresseerd voor de vele
juridische aspecten, die hef werk onzer instelling biedt, en
hij heeft de locale banken vooral ook in dit opzicht van voor
lichting gediend. Hoezeer dit werd gewaardeerd, is duidelijk
aan het licht getreden, toen de vertegenwoordigers der locale
banken in het begin van dit jaar in een feestelijke bijeen
komst afscheid van hem hebben genomen. Het spreekt ech
ter wel vanzelf, dat de werkzaamheden van de heer van Hus
sen zich over het gehele gebied van het beleid onzer Bank
hebben uitgestrekt. In de regel geschiedde dit in samenwer
king met een of meer andere directeuren. Maar in de bewo
gen laatste oorlogsmaanden, toen Eindhoven en een groot
deel van het Zuiden des lands reeds bevrijd was, en in de
tijd die daarbij onmiddellijk aansloot, is de gehele last en
verantwoordelijkheid van het dagelijks beheer der Bank op
zijn schouders komen te rusten en hij heeft zich toen met
grote bekwaamheid en energie van zijn moeilijke taak ge
kweten.
Voor dit alles zijn wij de heer van Hussen van harte dank
baar. Ons Bestuur en onze Raad van Toezicht hebben daar
aan in beperkte kring reeds uiting gegeven. En hef verheugt
mij, dat ik vandaag de tolk van deze algemene vergadering
mag zijn om de heer van Hussen hartelijke dank te betuigen
voor het vele belangrijke werk, dat hij gedurende 15 jaar met