8076 De andere passage uit het jaarverslag, waarop ik terloops Uwe bijzondere aandacht meen te moeten vestigen, is die, waarin gezegd wordt, dat ook de gemeentebesturen meer en meer als credietvragers bij de boerenleenbank optreden, nu zij na de recente koersdalingen van publieke tondsen ter beurze nauwelijks nog bij de beleggingsinstellingen kunnen slagen met onderhandse leningen en tengevolge van de credietbeperkingsregelingen voor rekening-courant-crediet dikwijls niet bij andere instellingen terecht kunnen. Daardoor is een grote aandrang van de zijde der plattelandsgemeenten ontstaan om onderhandse leningen bij de boerenleenbanken onder te brengen. En het valt te begrijpen, dat vele boeren leenbanken, die nog ruim in de middelen zitten, ook wegens de persoonlijke relaties tussen gemeentelijke autoriteiten en beheerders van locale boerenleenbanken, niet gemakkelijk aan die aandrang weerstand kunnen bieden. Maar de bestu ren der plaatselijke banken behoren te bedenken, dat de algemene belangen van het landbouwcrediet groot gevaar dreigen te lopen, indien op deze wijze te grote bedragen vastgelegd worden en aldus onttrokken worden aan de voor ziening in de credietbehoeften van de landbouwers en tuin ders, die in de laatste jaren veel meer naar voren zijn geko men. De toestand zou kunnen ontstaan, dat de boerenleen banken door de werking der credietbeperkingsmaatregelen alleen met duur geld in de behoeften van de landbouw zou den kunnen voorzien, wanneer het goedkope geld te veel voor de voorziening der credietbehoeften van de plaatse lijke openbare kassen wordt aangewend. Ik meen daarom ook van deze plaats het waarschuwend woord, dat het jaarver slag in dit opzicht laat horen, te moeten onderstrepen. Ik stap thans af van het jaarverslag. De voorzitter van het Bestuur onzer Centrale Bank zal ook nog het woord tot U richten om dit verslag en de balans, voorzoveel hij dat nodig acht, toe te lichten en de aangelegenheden van onze Bank te bespreken. Reeds bracht ik onder Uwe aandacht, dat de post debiteu ren bij de Centrale Bank zoals dat trouwens ook bij de locale banken het geval is aanzienlijk is gestegen. Die post steeg tot ruim 60 millioen gulden. Het Bestuur wees bij de toelichting van die post op de noodzakelijkheid om de aansprakelijkheidsbasis der betrokken verenigingen te ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 10