8027
hierbij reeds enige mededelingen doen. Een korte verklaring
van de cijfers moge daaraan voorafgaan.
Niemand zal verwachten, dat de aan de boerenleenbanken
toevertrouwde middelen in de loop van het verslagjaar zullen
zijn toegenomen. Mogen al de resultaten van land- en tuin
bouw in het afgelopen jaar niet onbevredigend zijn geweest,
het verloop van de gelden op spaar- en lopende rekening
heeft uiteraard in sterke mate de invloed ondergaan van wat
wij zijn gaan noemen: de Korea-gebeurtenissen. In het licht
daarvan vallen de cijfers nog betrekkelijk mede.
Totaal van inlagen en terugbetalingen op spaarrekening bij
aangesloten Boerenleenbanken.
Totaal Totaal Totaal Totaal
inlagen Terug- Saldo Saldo
betalingen Inlagen Terug
betalingen
1948 229.924 244.743 14.819
1949 246.500 230.300 16.200
1950 229.323 236.070 6.747
Uit het voorafgaande overzicht blijkt, dat de spaarbewe-
ging bij de boerenleenbanken tot een negatief saldo heeft
geleid en wel van 6,7 millioen. Bij de medegedeelde cijfers
is evenwel niet gevoegd de per 31 December 1950 bijge
schreven rente; deze kan worden gesteld op een bedrag van
10 millioen. Houdt men ook hiermede rekening, dan komt
men tot het navolgende resultaat:
Totaal toevertrouwde spaar- Totaal toevertrouwde spaar
gelden per 31 Dec. 1950 gelden per 31 Dec. 1949
(zonder bijgeschr. rente) (zonder bijgeschr. rente)
512.161.000 512.000.000
Getaxeerde rente per Bijgeschreven rente per
31 December 1950 10.000.000 31 December 1949 10.000.000
Totaal spaargelden 522.161.000 Totaal spaargelden 522.000.000
Nog meer vertrouwen geven de cijfers omtrent het verloop
van de spaargelden bij de aangesloten boerenleenbanken
gedurende het jaar 1950, indien nader wordt belicht het ver
loop van de gelden op beleggingsrekening, alsmede op
optie- en geblokkeerde rekening.