8051
gaat te moeten belasten. Zeker, de grondleggers onzer orga
nisatie hebben dit een halve eeuw geleden heel wat een
voudiger bedoeld. Zij konden de ontwikkeling der banken
niet zover vooruit zien, maar wel was hun streven er op ge
richt dat de boerenleenbank, eens door hen opgericht, door
ons in stand moet worden gehouden. En willen wij onze ban
ken in stand houden, dan moeten wij met onze tijd meegaan
en onze boeren en tuinders alle diensten aanbieden die in
deze tijd gevraagd worden, zodat zij niet voor het een ot
ander naar een commerciële- of handelsbank behoeven te
gaan. De plaatselijke banken behoeven voor niets meer uit
de weg te gaan dank zij de voortdurende voorlichting en
medewerking van de C.C.B. En de kassier, het is niet de be
doeling dat hij zijn steeds maar uitgebreider en verantwoor-
delijker wordende taak moet beschouwen als filantroop, maar
toch moet hij met een bepaald idealisme zijn taak opvatten.
Hij kan en mag m.i. geen „ambtenaar" worden, doch moet
zich aansluiten bij de gemoedelijke levenswijze der dorpelin
gen, door b.v. belangstelling te tonen voor alles wat hun
familie en bedrijf aangaat. Daardoor zal hij onmisbare kennis
opdoen, nodig bij het beoordelen van voorschotten, borgen,
of waardebepaling van onderpanden. Een kassier komt er zo
gemakkelijk toe om zijn mensen ook, indien mogelijk, bij
andere beslommeringen terzijde te staan en dat komt omdat
hij het vertrouwen heeft en de mensen het zo gemakkelijk
vinden bij de bank te komen. Het is volstrekt mijn bedoeling
niet, deze zijde van het kassierschap te overdrijven; doch wil
de kassier dat zijn bank vooruit gaat en de mensen er graag
komen, dan moet hij zo nu en dan wel eens iets op de koop
toe nemen. Onze statuten spreken immers van „in christelijke
zin" en daaruit moet de kassier reeds vanaf de aanvang van
zijn taak zijn conclusies trekken. Dat dus alles wat een kassier
doet en te doen heeft, niet zo direct is afgespiegeld in zijn
salaris, is te begrijpen. Misschien geeft dit schrijven meer
dere colelga's aanleiding naar de pen te grijpen
Dit schrijven zal velen onzer weldadig aandoen, omdat er
ruimte is voor begrip en idealisme. Ik zou me ook een kassier
van een boerenleenbank niet kunnen voorstellen als een
„loket-ambtenaar" die met het slaan van de klok zijn raampje
open en dichtschuift en zo weinig mogelijk antwoord geeft