8050 worden voor de saldi van spaar-, voorschot-, en lopende rekeningen, dus niet over de omzet. Resumerende kom ik tot de conclusie dat er bij het vast stellen van de maatstaf wel degelijk rekening is gehouden met bepaalde, niet te omschrijven, werkzaamheden die be loond worden buiten de omzet-vergoeding om en wel in versterkte mate voor de middelgrote banken. Bovendien is de maatstaf dusdanig gecreëerd dat een vergroting van het kassierssalaris hand in hand gaat met een saldi- en omzet- verhoging en een rendabiliteitsverbetering van de bank. Ze ker is het niet de bedoeling, dat door de maatstaf voor iedere werkzaamheid afzonderlijk voor de kassier een evenredige vergoeding uit de bus zou komen, doch dat zijn werk als to taal billijk zou worden beloond. Psychologisch en zakelijk fijn bekeken! Ik vraag mij wel af, of de kansen volledig worden benut, omdat ik reden heb om daaraan te twijfelen. Heus, er zit veel „muziek" in de maatstaf. Dat een kassier een behoorlijk loon moet verdienen is evi dent. Maar om te beoordelen of de maatstaf in zijn algemeen heid juist is, moet men inzage hebben van vergelijkend mate riaal over alle aangesloten banken. En dat heeft de „Com missie voor kassiersbezoldiging", waarin de kassiers zitting hebben. Laten we in deze heren ook wat vertrouwen hebben. De kassier van Beverwijk behandelt hetzelfde onderwerp: „Een vergelijking van de boerenleenbank van voor 20 30 jaren terug met die van thans, toont wel heel duidelijk de enorme verandering en laten we eraan toevoegen geluk kig ook vooruitgang aan. Het bezwaar van de kassier van Merselo is dat het salaris daarmede geen geiijke tred heeft gehouden. Dit laatste zou ik echter niet geheel willen onder schrijven, omdat naarmate de omzet der bank stijgt, ook het salaris van de kassier omhoog gaat. Dat de nu bestaande sa larisregeling niet helemaal berekend is op de schrijnende auurfe, die vooral de laatste jaren is opgetreden, kan moge lijk een uitgangspunt vormen om deze kwestie eens nader onder de ogen te zien. De positie van de kassier en de bank elk afzonderlijk beschouwende, is het duidelijk, dat de boe renleenbank in het algemeen niet anders kon dan zich met alles wat de geldelijke zaken der plattelandsbevolking aan-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 28