8033
Ook op iets langere termijn zal het Nederland moeilijk
vallen de broodnodige tarwe te importeren. De tarwe welke
boven het kwantum, dat wij krachtens de internationale tar-
we-overeenkomst tegen de vastgestelde maximumprijs kun
nen aankopen, moet worden aangekocht, is zeer duur en
moet in dollars worden betaald. Tot nog toe konden we hier
voor de zgn. Marshall-dollars gebruiken, doch gevreesd moet
worden, dat zulks binnenkort slechts in geringe mate moge
lijk zal zijn.
De uitzaai van wintertarwe was kleiner dan in de vooraf
gaande jaren, zulks tengevolge van de relatief minder aan
trekkelijke tarweprijs en de ongunstige weersomstandighe
den, welke er nog toe leiden, dat een gedeelte van de win
tertarwe wordt omgeploegd. Het is dus begrijpelijk, dat de
Regering graag zou zien, dat op een groot areaal zomer-
tarwe zal worden gezaaid. Tot het voor de hand liggende
middel, een flinke verhoging van de farweprijs, meende de
Regering niet te kunnen overgaan, omdat haar dit teveel
geld zou kosten (subsidie op broodgraan) en een nog verder
gaande prijsverhoging van broodgraan, waarvan de prijs
toch reeds omhoog zou moeten wegens de gedeeltelijke
afschaffing van subsidies, nief in haar loon- en prijspolitiek
paste.
Daarom werd een ander middel ter hand genomen. Voor
gerst en haver op de klei-bedrijven zal een verplichte inle
vering gelden. Dit betekent, dat een groot gedeelte van de
haver en gerst aan de Overheid moet worden ingeleverd te
gen prijzen, welke aanzienlijk lager zijn dan de prijzen op
de vrije markt. De geldelijke opbrengst van de gerst- en ha-
ververbouw wordt daardoor natuurlijk sterk gedrukt. Voor
elke ha. tarwe, welke verbouwd wordt, zal echter 1 ha. haver
of gerst vrijgesteld worden van inlevering, zodat voor deze
haver of gerst een betere prijs gemaakt kan worden. Op deze
wijze nu tracht de Regering de verbouw van tarwe te bevor
deren en verwacht mag worden, dat hierdoor de uitzaai van
zomertarwe zeker bevorderd zal worden, omdat nu de tarwe
door deze koppeling aan gerst- en haverinlevering indirect
meer zal opbrengen.
Ondanks het zeer grote suikerbieten-areaal van 67.000 ha.
in 1950 en een suikerproductie van 370.000 ton tegenover
200.000 vóór 1940 moet ons land toch nog circa 100.000