7989 boerenleenbank ten plattelande in het middelpunt van aller belangstelling staat. Meer en meer wordt de boerenleenbank zowel als spaarbank evenals in de functie van voorschot- en credietbank voor land- en tuinbouw, het financiële centrum van het platteland waarover ook bij voorkeur alle betalingen worden geleid. De bewustwording hiervan kwam duidelijk tot uitdrukking in de op 20 plaatsen in het land gehouden cursussen, waarvan, gezien de loop van de besprekingen, veel goeds mag worden verwacht voor de verdere ontwik keling van onze boerenleenbank-organisatie. PREMIE- EN CREDIETVERLENING VOOR VERBETERING VAN DE BEDRIJFSVOERING. Met grote voldoening zal in boerenleenbankkringen ken nis zijn genomen van de in de dagbladpers en in de land bouwbladen verschenen publicaties over de premieregeling voor het jaar 1951 en over de vorming van een Borgstellings fonds voor land- en tuinbouw, waarvoor uit de tegenwaarde rekening van de Marshall-gelden een bedrag zou zijn vrijge geven van 25 millioen; hiervan zou 5 millioen zijn be stemd voor de financiering van verbeteringen in de tuinbouw. Voor de premieverlening is voor het jaar 1951 uit de Schatkist een bedrag van 2 millioen ter beschikking ge steld. Daarnaast zou nog kunnen worden gerekend be houdens goedkeuring door de Staten-Generaal op een bedrag van 3 millioen uit de Marshall-hulp. Volgens de desbetreffende persberichten zou de eerste en voornaamste voorwaarde voor het verkrijgen van premies deze zijn, dat het gebruik van het ter beschikking gestelde geld moet lei den tot verbetering van de bedrijfsvoering. Daarnaast zou de boer aan drie voorwaarden moeten voldoen: zijn hoofd beroep moet landbouwer zijn, zijn vermogen mag niet gro ter zijn dan 25.000,en zijn bedrijf moet kleiner zijn dan 10 H.A. cultuurgrond. Als basis voor de premieverlening wordt genomen de Mei-inventarisatie van 1948. De objecten, waarvoor premies worden verleend, vallen in twee categoriën uiteen. 1. Directe individuele premieverstrekking.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 7