8014 Nu is echter nog nodig te berekenen of we deze maximum omvang reeds hebben overschreden of dat we deze nog niet hebben bereikt (dus of er nog een vrije credietruimte is). Daartoe moeten we ook weten hoeveel crediet door de boerenleenbank is verleend. Nu worden door De Nederlandsche Bank in het kader van de credietbeperkingsmaatregelen alleen die posten als cre- dieten beschouwd, die vallen onder rubriek 2 van de maand staat. Het totaal van rubriek 2 van de maandstaat (de debetsaldi) geeft dus aan, de door de bank verleende credieten en dit totaal moeten we nu vergelijken met de maximaal toegestane crediet-omvang. Nu hebben we op de achterzijde van de maandstaat de maximaal toegestane omvang reeds gevonden (nl. post II a). We vullen nu onder post II b in de momenteel verleende credieten (dus het totaal van rubriek 2 van de maandstaat, waarmede we bezig zijn). Is nu Ha groter dan llb dan hebben we een nog vrije cre dietruimte, ter grootte van het verschil. Dit verschil vullen we in onder post llc. Is Na (de maximum toegestane crediefom- vang) kleiner dan llb (het momenteel verleende crediet) dan hebben we dus de maximum toegestane crediefomvang over schreden. De grootte van de overschrijding (II b-ll a) vullen we dan in onder post lid op de achterzijde van de maand staat. Heeft men zijn credietruimte overschreden, dan moet men volgens de Algemene Vergunning 40 D voor het bedrag van deze overschrijding gedurende een maand op een speciale rekening (Nederlandsche Bankrekening) bij de Centrale Bank debet gaan staan; m.a.w. gedurende een maand krijgt de boerenleenbank In zijn boeken een credietsaldo op De Ne derlandsche Bankrekening bij de Centrale Bank. Wanneer men b.v. zijn maximum toegestane credietom- vang heeft overschreden met 17 17.000), krijgt men ge durende een maand een creditsaldo van 17.000. Deze Ne derlandsche Bankrekening kent dus alleen maar een credit saldo. Om nu echter te bepalen voor welk bedrag men moet worden gecrediteerd, resp. moet worden gedebiteerd op

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 32