7934
uitbreiding te geven aan de bestaande beleggingen. De
Centrale Bank ziet daarbij evenwel ingevolge de crediet-
beperkingsmaafregelen de weg versperd, zowel in de rich
ting van een uitbreiding van de kapitaalmarktuitzettingen,
die in hef bijzonder door de liquiditeitsmaatstaf worden be
perkt, als in de richting van een uitbreiding van de bedrijfs-
debiteuren, die onder de beperking vallen van 105% van
de op 30 September 1950 uitstaande debiteuren. Voor de
boerenleenbanken staat de mogelijkheid van een uitbreiding
van haar kapitaalmarkt- of beleggingsuitzetfir.gen (vaste hy
pothecaire voorschotten en langlopende leningen) wel open.
Doch nu treedt het hiervoor bedoelde bezwaar der credief-
beperkingsmaafregelen ook duidelijk aan het licht. Voor de
Centrale Bank geldt in hef bijzonder als bezwaar, dat met de
verhoging van de spaarrentevergoeding niet ook tegelijk een
verlaging van de door de crediefbeperkingsmaatregelen ver
eiste liquiditeifsmarge aan de orde werd gesteld, terwijl voor
de landbouwcredietorganisatie als geheel het bezwaar geldt,
dat de boerenleenbanken haar uitzettingen eenzijdig zullen
gaan zoeken in de kapitaalmarktsteer, met als gevolg een
voorkeur juist voor de illiquide beleggingen, waardoor de
aan de boerenleenbanken toevertrouwde qelden, die, hoe
zeer daaraan als spaargelden een zeker stabiel karakter niet
kan worden ontzegd, toch juridisch dadelijk opvraagbaar
zijn en blijven, in al te grote mate voor al te lange termijn
dreigen te worden vastgelegd.
Ook in het licht van de voormelde bezwaren, die aan de
crediefbeperkingsmaatregelen in het bijzonder voor de boe
renleenbanken kleven, rijst voor ons opnieuw de vraag, of
het niet veel meer doeltreffend ware geweest, indien voor
een dergelijk rigide stelsel van maatregelen als met de cre
diefbeperkingsmaatregelen ingevoerd zijn, in de plaats ware
gekomen een overleg met de beide Centrale Banken om zo
nodig in eigen organisatie tot die maatregelen te komen,
waardoor een eventuele buitenissige credietuitzetting zou
kunnen worden beteugeld. Dergelijke maatregelen zouden
alsdan op de bijzondere in onze landbouwcredietorgani
satie geldende verhoudingen kunnen zijn afgestemd.
Ook zou daarbij ruimte kunnen zijn gelaten aan door de
Centrale Bank op eigen gezag genomen maatregelen, zoals