7931
niet onaanzienlijk toe en stegen gedurende het gehele jaar
met 13.5 millioen tot bijna 60 millioen.
Met de vermelding van deze cijfers zijn wij als vanzelf
terecht gekomen bij een aangelegenheid, die onze boeren
leenbankbeheerders en kassiers ten zeerste bezig houdt, n.l.
de toepassing van de credietbeperkingsmaafregelen op onze
boerenleenbanken. De inhoud en de betekenis daarvan voor
onze landbouwcredietorganisatie hebben wij uitvoerig be
sproken in het voorafgaande nummer van de Maandelijkse
Mededelingen, waarmede wij de jaargang 1950 besloten
hebben; daarin is duidelijke taal gesproken, zodat een aan
vulling nauwelijks nodig is. Slechts dient de vraag te worden
gesteld nu de cijfers omtrent de uitzetting van credieten en
voorschotten bij de boerenleenbanken uit de bus komen en
deze in verband worden gebracht met de door de financiële
autoriteiten ondervonden noodzaak om ten aanzien van het
bankcrediet handelend op te treden met het oog op een
opnieuw dreigend inflatiegevaar over de desbetreffende
overwegingen aan de onderwerpelijke financiële maatrege
len ten grondslag liggende, werd uitvoerig geschreven in
het nummer van de Maandelijkse Mededelingen van October
1950 of toch ook niet het landbouwcrediet in deze tot de
schuldigen behoort.
Ook met de zoeven medegedeelde cijfers voor ogen, me
nen wij deze vraag ontkennend te mogen beantwoorden en
wel vooreerst omdat een stijging van de uitzettingen gedu
rende elf maanden van 1950 met 25 millioen nauwelijks
overtreft een stijging gedurende 1949 met j 24 millioen,
voorts omdat onder de stijging van de eigen uitzettingen der
boerenleenbanken ook de hypothecaire voorschotten en
langlopende leningen aan publiekrechtelijke lichamen zijn
begrepen en tenslotte omdat, indien deze worden afgetrok
ken van het totaal, de toeneming der credieten nauwelijks
overtreft de door de prijsstijging toegenomen financierings
behoefte der bedrijven; m.a.w. het bankcrediet werd niet of
nauwelijks uitgebreid voor de financiering van grotere goe
derenvoorraden dan wel van nieuwe investeringen. Deze
beschouwing brengt ons tot een ernstig bezwaar, dat aan de
thans getroffen maatregelen aankleeft, waardoor zij ons nog