7962 ken eigendom zijn van de bank zelf dan wel van derden. De juistheid van dit saldobiljet dient dus gecontroleerd te worden aan de hand van het fondsenboek, waarvan zowel het eerste als hef tweede deel zullen moeten worden ge raadpleegd. Hef bewaarloon wordt aan de boerenleenbanken steeds aan het einde van het jaar in rekening gebracht; van de tarieven, volgens welke dit bewaarloon wordt berekend, en van de doorberekening hiervan aan cliënten, deden wij op gave op pagina 11 van de „Aanwijzingen nr. 3 inzake de berekening van provisies en kosten" van September 1946; het tarief voor bewaring ,,C" stelden wij vast in circulaire nr. 375 van 8 Januari 1951. Tot slot herhalen wij hier nog eens de voordelen, die zijn verbonden aan de bewaargeving van effecten. Op de eerste plaats bedenke men, dat de risico's van verlies, diefstal en brand door bewaargeving worden uitgeschakeld. Doch de overige diensten, die de bank voor het naar verhouding zeer geringe bewaarloon verleent, zijn zeker niet onbelang rijker; zij zorgt voor tijdige berichtgeving van uitlotingen, conversies, nieuwe kapitaaluitgiften met voorkeursrecht enz.; indien de bank ook de coupon- en dividendbladen in bewa ring heeft, belast zij zich zonder nadere opdracht met de verzilvering van coupons en dividenden, met de behande ling van claims en bonussen, met de verwisseling van talons in nieuwe coupon- resp. dividendbladen. Beziet men al deze voordelen in hun geheel, dan kan men zeggen, dat bewaar geving voor de effectenbezitter een verzekering betekent tegen kapitaal- en renteverlies en zulks tegen betaling van een wel zeer lage premie; van welke zorgen en lasten zij hem verder bevrijdt behoeft niet nader te worden besproken. RECHT EN WET. Overzicht Belastingherzieningen. In de Maandelijkse Mededelingen van Februari, Maart en Juni 1950 nos. 361, 362 en 365 zijn reeds verschillende door

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 36