7943 ningen te verstrekken vloeit immers voort uit de in de ge schiedenis gebleken grote stabiliteit van de aan de land- bouwcredietorganisatie toevertrouwde middelen. Deze stabi liteit uit zich met name bij de Cenirale Bank, die het verza- melbekken is van de overtollige middelen van de plaatse lijke boerenleenbanken; de Centrale Bank doet daarbij dienst als compensatiekas, waarin de opvragingen en stortingen bij de aangesloten plaatselijke boerenleenbanken worden ge compenseerd; met betrekking tot deze opvragingen en stor tingen liggen de plaatselijke boerenleenbanken in de eerste linie en derhalve zullen zij op dit punt een geringere stabili teit vertonen dan de Cenirale Bank. Indien derhalve het coöperatieve landbouwcrediet in de voorziening van de vaste kapitaaisbehoefte van de coöpera tieve zuivelindustrie een belangrijke rol kan vervullen, dan dienen evenwel de grenzen van deze mogelijkheden wel in het oog te worden gevat. Al eerder werd opgemerkt, dat het coöperatieve landbouwcrediet extra op zijn soliditeit dient bedacht te zijn, daar het tot eerste taak heett de spaargelden van het platteland te bewaren. Door deze extra soliditeits- zorg kunnen in het algemeen de renfecondities voor de te verstrekken leningen ook lager zijn, dan waarvoor ze bij voorbeeld bij de Herstelbank kunnen worden opgenomen. De consequentie hiervan zal evenwel zijn, dat de grenzen der uitleningsmogelijkheden iets nauwer moeten worden ge trokken. Nimmer zal verder kunnen worden gegaan, dan het bedrag, dat reëel gedekt is door de aansprakelijkheid, die uiteindelijk bij de leden kan worden gerealiseerd plus de realiseerbare waarde van de te verstrekken hypotheek op ge bouwen en machines, waarbij rekening ermede dient te wor den gehouden, dat ook het bedrijfscrediet uiteindelijk hierin eveneens zijn dekking zal moeten vinden. De vraag kan hier bij nog worden gesteld in hoeverre een aanvullende borg tocht van bijv. de bestuursleden mogelijkheden opent om verder te gaan. Zeker voor de centrale coöperaties is het niet aannemelijk, dat hierdoor reële extra mogelijkheden van cre- dietverlening kunnen worden geopend. Reeds de bedragen waarom het bij de onderwerpelijke investeringsfinancieringen gaat, maken hef twijfelachtig, dat een bestuursborgstelling reëel in aanmerking zou kunnen komen. De morele garantie 2

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 17