7941 worden beschouwd, zal een hypotheek daarop als een hech ter fundament ter dekking van een op te nemen lening kun nen dienen. Bij de belasting van de aansprakelijkheid dient voorts nog ermede rekening te worden gehouden, dat be halve de vaste kapitaalmiddelen ook nog vlottende kapitaal middelen voor de financiering van de bedrijfsuitgaven die nen te worden aangetrokken. Hierop wordt hieronder terug gekomen. Voor de oorlog nu was het heel gebruikelijk, dat het door de coöperatieve zuivelfabrieken benodigde lang kapitaal in de hiervoor bedoelde zin werd aangetrokken door de uit gifte van obligatieleningen. Hierover berichtte de Directie van de Coöperatieve Zuivelbank te Leeuwarden als volgt: „Sedert de oprichting der Zuivelbank en tot ongeveer de „30er jaren werd vrij nauwlettend onderscheid gemaakt tus- „sen de behoefte aan lang en kort (bedrijfs)crediet. De mid delen benodigd voor of corresponderende met de vaste „activa en de inventaris der fabrieken werden toen in hoofd taak verkregen door de uitgifte van obligatieleningen on der het beleggend publiek, waarbij de Zuivelbank als emit- „tente optrad. Deze leningen varieerden van ca. 20.000. „tot 250.000.en wat het rente-type betreft, van 3 tot 5%. „De looptijd bedroeg als regel 20 jaar, terwijl als regel ge lijkmatige aflossingen werden bedongen. In de loop der „jaren werd tot een bedrag van ca. 4 millioen gulden geëmit teerd. Uiteraard waren dit incourante obligaties, maar zij „werden door onze cliëntèle grif genomen, daar men ver trouwen had in de coöperatieve bedrijfsvorm en de daar- „mede verbonden onbeperkte aansprakelijkheid der leden „en de betrokken fabrieken als regel de beleggers uit eigen „aanschouwing bekend waren. In deze obligaties vonden „overigens gedurig omzetten plaats, daar de Zuivelbank deze „fondsen steeds tegen de koers van vergelijkbare overheids- „obligaties terug nam en daarvoor ook gemakkelijk weer „plaatsing vond. In de dertiger jaren werden verschillende „van deze obligatieleningen in lager rente-type geconver teerd en ook nam de Zuivelbank zelf een aantal dezer le ningen tegen lagere rente over, omdat dit voor haar een „geschikte belegging was, daar de looptijd intussen belang-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1951 | | pagina 15