7888
In de rubriek „boerenleenbankpraktijk" is een artikel opge
nomen van de hand van de Heer H. v. d. Venne, Directeur
van het Boekhoudbureau van de L.L.T.B. te Roermond over
de fiscale betekenis van het giroverkeer bij de boerenleen
banken.
Onze Kassier besluit de artikelenreeks in dit nummer en
heeft daarmede voor het jaar 1950 het laatste woord.
AFSCHEID Dr. Mr. L. VAN HUSSEN.
Met ingang van 1 Januari a.s. zal het oudste directielid
Dr. Mr. L. van Hussen de dienst van de Centrale Bank met
pensioen gaan verlaten. Voor velen van onze beheerders en
kassiers zal het een vreemde gewaarwording zijn, dat zij bij
hun bezoeken aan de Centrale Bank de zo vertrouwde per
soon van Directeur van Hussen aldaar niet meer zullen ont
moeten. Zij waren zó aan hem gewoon geraakt en in het
bijzonder aan de vertrouwelijke en voorzichtige toon, waarin
de besprekingen met hem konden worden gevoerd, dat zijn
vertrek ongetwijfeld bij hen, evenals bij zijn medewerkers aan
de Centrale Bank, een leegte zal achterlaten. 1 Januari 1951
zal echter voor hem het „otium cum dignitate" ingaan na een
eervolle taakvervulling van ruim 15 jaar aan de Centrale Bank,
die volgde op een verdienstelijke loopbaan bij de toenma
lige Nederlandsche Landbouwbank. In Mei 1949 bereikte Dr.
van Hussen de pensioengerechtigde leeftijd, doch op ver
zoek van het Bestuur van de Centrale Bank bleef hij tot
1 Januari 1951 nog in dienst.
Indien we de periode, waarin Dr. van Hussen aan de Cen
trale Bank werkzaam was, overzien, komen we tof de conclu
sie, dat hij in een van de ook op financiëel gebied meest ge
beurtenisvolle tijdperken zijn beste krachten aan de Centrale
Bank heeft gegeven. Ten tijde van zijn ambtsaanvaarding
werd de strijd gestreden om het handhaven van de gouden
standaard, waartoe moesten dienen aanpassingsmaatregelen,
die o.m. beoogden te komen tot een verlaging van vaste
lasten. De schuldverhoudingen in land- en tuinbouw waren
daarbij in het geding en derhalve ook het coöperatieve land-
bouwcrediet, vooral in de tuindersstreken.