7915 c. de houders van een opbouwhypotheek. Onder een opbouwhypoiheek verslaat de wet een hypo theek, die gevestigd wordt tot zekerheid ener geldlening, aangegaan om daarmede de kosten verbonden aan herbouw of herstel te betalen. Zulk een opbouwhypotheek onder scheidt zich in niets van een gewone hypotheek in al die ge vallen, waarin op het onroerend goed niet een oude- of een bestaande hypotheek rust. Voor de gevallen echter, waarin het goed wel met een oude hypotheek of met een bestaande hypotheek is belast, opent de wet voor degene, die de voor het herstel benodigde gelden ter leen heeft verstrekt, de mo gelijkheid om een betere rang te krijgen, dan waarop hij volgens de geldende regelen van het Burgerlijk Wetboek recht zou kunnen doen gelden. De wetgever heeft n.l. over wogen, dat het niet billijk zou zijn, dat een oude-hypotheek- houder de waarde van zijn onderpand zou zien hersteld met de gelden die door een ander ter leen worden verstrekt en heeft daarom bepaald, dat de oude-hypotheekhouder in zulk een geval bereid moet zijn gedeeltelijk van zijn rang afstand te doen ten behoeve van degene, die de gelden verstrekt heeft nodig voor het herstel. Wanneer zulk een rangregeling niet op basis van vrijwilligheid en onderling overleg tot stand komt, kan de Minister haar dwingend opleggen. Op deze wijze is de zekerheid geschapen dat degenen, die hef geld willen verstrekken, dat voor het herstel benodigd is, ook een behoorlijke hypothecaire zekerheid kunnen verkrijgen. Daar naast zal een opbouwhypotheek steeds voorrang hebben boven een z.g. bestaande hypotheek. Dat wil dus zeggen boven een hypotheek, die na de datum waarop de schade werd toegebracht is gevestigd. Uit de Wet op de Materiële Oorlogsschaden weten wij, dat het Rijk aan de herbouw- of de herstelkosten in vele gevallen tegemoetkomt door het verlenen van credieten, die geheel of gedeeltelijk renteloos kunnen zijn. Voor deze credieten zal het Rijk in vele gevallen naar wij verwachten echter niet bij de herbouw of het herstel van boerderijen een opbouwhypotheek vestigen en wel meestentijds lang nadat het herstel reeds heeft plaats gehad. Het is derhalve gevaarlijk een hypotheek te vestigen op een pand dat door oorlogsschade is getroffen geweest en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 29