7912 boter meikproducten (geen boter en kaas) verse eieren kaas verse groenten bloembollen (poot- en consumptieaardappelen aardappelzetmeel bacon vers fruit vlas 215.5 millioen 179.4 132.4 126.4 109.3 100.4 56.1 49.2 44.0 40.1 38.2 Veevcederdisfributie. Het grootste deel van de exporl-toename komt voor reke ning van de veehouderijsector. De veestapel van ons land speciaal betreft dit de varkensstapel heeft zich in 1950 snel uitgebreid en zulks heeft, ondanks verschillende uitvoer- belemmerende bepalingen (exportheffing op varkensvlees), de grotere uitvoer van dierlijke producten mogelijk gemaakt. Deze grotere veestapel vraagt echter meer veevoeder. De voederwinning in het eigen land is de afgelopen jaren, mede onder de drang van de omstandigheden, in een snel tempo opgevoerd. De opvoering van de eigen veevoederproductie is echter aan grenzen gebonden en vraagt tijd. Mede omdat de graan- en aardappeloogst van ons land in 1950 niet zo overvloedig was als in 1949, is het noodzakelijk, dat voor de vergrote veestapel in totaal meer voer wordt toegewezen dan in de afgelopen distributieperiode. Zou dit niet mogelijk zijn, dan zou ongetwijfeld de uitbreiding van de veestapel moeten stoppen en vele bedrijven zouden tot inkrimping moeten overgaan. Dit zou èn de binnenlandse voorziening met veehouderijproducten èn de export ongunstig beïnvloe den. Gelukkig heeft de Minister van Landbouw nu een verrui ming van de veevoedertoewijzing toegezegd. Voor bepaalde groepen van bedrijven (de zgn. C-bedrijven van 1220 ha.) Zal de toewijzing per dier worden verhoogd. Voorts zal aan de Provinciale Voedselcommisaris een reserve worden toegewezen, welke vooral bestemd zal zijn om kleine bedrij ven te helpen, welke een zeer dichte veebezetting (varkens)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 26