7910 lars moest betalen. Hierover beschikt West-Duitsland echter slechts in zeer beperkte mate. Deze gang van zaken was voor West-Duitsland aanleiding de import uit de West-Europese landen drastisch te beperken. Onze land- en tuinbouw, weike na 30 September 1949 onder het oude handelsverdrag grote hoeveelheden naar West-Duitsland kon exporteren, werd hierdoor zwaar getroffen. Infussen is door de Betalingsunie onder bepaalde voorwaar den een exfra-crediet van 120 millioen dollar verleend. Mo menteel schijnt de deviezenpositie van West-Duitsland echter nog zó ongunstig te zijn, dat een invoer van agrarische pro ducten op ruime schaal nog niet is toegestaan. Nagenoeg al leen de producten, welke op zgn. (nieuwe) liberalisatielijst staan, mogen worden ingevoerd. In deze lijst welke dus de producten omvat, welke zonder kwantitatieve invoerbeperkin gen in West-Duitsland geïmporteerd mogen worden zijn de belangrijkste Nederlandse agrarische exportproducten (zoals groente, fruit, eieren, varkensvlees en zuivelproducten) niet opgenomen. Men begrijpt, wat dit voor onze land- en tuin bouw betekent. Was voor enige maanden nog meer dan 80% van onze agrarische export naar West-Duitsland geliberali seerd, nu bedraagt het liberalisatie-percentage nog geen 30%. Voorzover producten niet op de Duitse liberalisatielijst ver meld zijn, moet door onderhandelingen tussen Nederland en Duitsland worden afgesproken, welke hoeveelheden of tot welke geld-bedragen deze producten naar onze Oosterburen geëxporteerd mogen worden. Reeds gedurende verschei dene weken vindt dit overleg plaats, doch resultaat van enige betekenis is nog niet bereikt. Al te optimistisch moet men. t.a.v. deze onderhandelingen zeker niet zijn; voorlopig zul len de gunstige uitvoermogelijkheden naar West-Duitsland, zoals die op het einde van 1949 en in de eerste 8 maanden van 1950 voor onze agrarische sector bestonden, waarschijn lijk niet terugkeren. Deze ontwikkeling heeft de positie van ons land in de Eu ropese Betalingsunie zeer ongunstig beïnvloed. Ons land heeft het bedrag, dat het in het kader van het Marshall-plan als een vordering op de Betalingsunie ontving, reeds opge soupeerd en verwacht moet worden, dat eerstdaags ook Ne-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 24