7865
trede. Aanvankelijk beperkte zij haar werkzaamheden tot het
in bewaring nemen van geld tegen een zekere vergoeding.
Van credietverlening was nog geen sprake. Het inkomen van
de bank bestond alleen uit bewaarloon. Moest de deposant
iets betalen, dan haalde hij het geld van de bank af en gaf
het in handen van de schuldeiser. Had deze laatste ook een
deposito bij de bank, dan kon betaling geschieden door
overschrijving in de registers van de bank. Reeds eeuwen
geleden, lang voordat de banken z.g. „credief'-instellingen
waren, hadden zij zich reeds ontwikkeld als giro-instituten.
Dat het girale geldverkeer zich bij de boerenleenbanken
eerst in de laatste tientallen jaren heeft ingeburgerd is deels
te verklaren uit de geschiedenis en uit de oorspronkelijke
doelstellingen van de boerenleenbanken zelf, deels uit be
talingsgewoonten, welke bij het begin van deze eeuw ten
plattelande heersten.
De boerenleenbanken zijn n.l. ontstaan uit de behoeften
aan goed geregeld „credief", d.w.z. aangepast aan de spe
ciale behoeften van de land- en tuinbouw. Daarnaast moesten
zij de boeren en tuinders en het gehele platteland de gele
genheid scheppen om hun spaargelden veilig te beleggen.
Door het ontbreken van banken in de boeren- en tuinders-
wereld ging hef betalingsverkeer vrijwel uitsluitend in contant
geld. Dit bleef in de meeste plaatsen ook na de oprichting
van een boerenleenbank gedurende de eerste tientallen jaren
onveranderd. Alleen de boerenleenbanken in de tuinbouw
streken maakten hierop een uitzondering. Bij deze boeren
leenbanken werd in vele gevallen reeds spoedig na de op
richting de girale betaling ingevoerd. Eerst in de dertiger
jaren werd de eerste stoof gegeven tof de algemene toepas
sing van het giro-verkeer bij de boerenleenbanken. De Land
bouwcrisisorganisaties schakelden de boerenleenbanken in bij
de uitbetaling van de geleverde producten aan de boeren.
Het passieve giro-verkeer werd hiermede ten sterkste bevor
derd! Onder passief giro-verkeer verstaan we n.l. het bijboe-
ken op (lopende-) rekening van binnengekomen bedragen.
In plaats van zijn betaligen in contanten te doen en daartoe
bij de boerenleenbank geld op te nemen kan de rekening
houder nu echter ook aan de boerenleenbank opdracht geven
om ten laste van zijn rekening deze betalingen voor hem te