7862
omstandigheden af. Vervreemding valt niet onder „gebruik".
Wil een eigenaar een woning verkopen en kan hij een ho
gere prijs bedingen door de woning vrij op te leveren, dan
is er geen sprake van „eigen gebruik". Wel wordt aangeno
men dat „eigen gebruik" van de verhuurder aanweziq is als
deze niet zelf maar bijv. een kind het betrokken onroerend
goed wil laten gebruiken. Immers tussen de verhuurder en
een ander kan een zodanige betrekking bestaan, dat het ge
bruik van hef goed door die ander tevens als „eigen gebruik"
van de verhuurder kan worden beschouwd.
Dat een gewezen huurder moet ruimen voor de verhuur
der, indien de belangen van de verhuurder zwaarder wegen
dan de zijne is redelijk. Onredelijk zou het evenwel zijn in
dien, gezien de grote schaarste aan woningen, de gewezen
huurder niet enige tijd zou worden gegeven om met behulp
van het Gemeentebestuur (Woonruimtewet) een nieuwe wo
ning te zoeken. De wet bepaalt dan ook dat indien een ge
wezen huurder veroordeeld wordt tot ontruiming van een
woning wegens dringend eigen gebruik van de verhuurder,
de tenuitvoerlegging daarvan niet kan plaats hebben dan na
verloop van een door Burgemeester en Wethouders der be
trokken Gemeente vast te stellen termijn, welke niet langer
mag zijn dan zes maanden na de datum van hef ontruimings-
vonnis.
Veelvuldig komt het voor, dat iemand zich de eigendom
verwerft van een huis, bewoond door een gezin, dat de wo
ning minder dringend nodig heeft dan de nieuwe eigenaar
met het doel om die reden de woning te doen ontruimen.
Ook bij bedrijfspanden komt dit voor. Maar ook hier waakt
de Huurwet over de belangen van de huurders. Zij bepaalt
nl. dat in deze gevallen onfruiminasvonnissen binnen twee
jaren en zes maanden na de eigendomsverkrijging gewezen,
pas kunnen worden geëxecuteerd na verloop van drie jaar
na de eigendomsverkrijging. Indien bijvoorbeeld iemand op
31 December 1950 zich de eigendom verwerft met het oog
op eigen gebruik en op 31 Maart 1951 een onfruimingsvonnis
verkrijgt, dan kan hij dit vonnis eerst op 31 December 1953
doen executeren.
6. De Huurbescherming vervalt ten slotte ind'en de ver
huurder het onroerend goed nodig heeft ten einde aan een