7857 rechtvaardigde aanspraken van de kant van de verhuurder gevolg te geven. De huurbescherming is echter niet alleen een niet te ont beren sanctie op de huurprijsvoorschriften, zij vervult boven dien tesamen met de Woonruimtewet een belangrijke functie bij de bevordering van een doelmatige verdeling van de momenteel nog zo schaarse woongelegenheid. Dit belang rijke onderdeel van de nieuwe Huurwet vraagt dan ook om een nadere behandeling in aansluting op onze bespreking van het eerste deel, de huursprijsregeling. De Huurbescherming. I. Wij zullen beginnen met een ontleding van het begrip „huurbescherming". Hierbij kan een korte uiteenzetting van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake de beëin diging van huurovereenkomsten niet gemist worden, daar zoals wij zullen zien de huurbescherming eerst een aanvang neemt, indien er geen huurovereenkomst meer is. Ongetwij feld zal nu de vraag rijzen hoe de wetgever iets dat niet meer bestaat kan beschermen. Inderdaad is het zo, dat de door de wetgever gebezigde term „huurbescherming" een onjuiste benaming is voor hetgeen in werkelijkheid plaats vindt. Daar echter de term „huurbescherming" in de loop der jaren een zeker burgerrecht heeft verkegen, heeft de wetgever deze in de nieuwe Huurwet gehandhaafd. Bij verdere lezing van dit artikel zal echter blijken, dat de vlag in deze niet de lading dekt. Huurovereenkomsten vinden volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek haar einde: a. door opzegging, waarbij de plaatselijke gebruiken die nen in acht te worden genomen. Een opzegging is altijd vereist indien de huurovereenkomst (schriftelijk of mon deling) voor onbepaalde tijd is aangegaan. Bovendien is een opzegging vereist, indien een huurovereenkomst wel voor een bepaalde tijd doch mondeling is aangegaan. Is een huurovereenkomst voor een bepaalde tijd schrifte lijk aangegaan, dan eindigt zij: b. door het verstrijken van de tijdsduur waarvoor zij is aan gegaan, zonder dat opzegging is vereist. Laat de verhuur der echter na het verstrijken van de tijdsduur de huurder

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 35