7852 een renteloos voorschot van het Rijk, de hypotheek, waar mede het pand op het moment van de schade reeds was be last, voor het geheel als eerste hypotheek intact laten. De minister kan dus bij renteloze voorschotten niet profiteren van rangregeling van de zogenaamde oude hypotheken, zo dat ook in dit opzicht het vestigen van een opbouwhypotheek hier niet aantrekkelijk is. Wel moeten wij erop wijzen, dat dit anders is, zodra er sprake is van hypotheken, die zijn geves tigd na de datum waarop de oorlogsschade werd toegebracht terzake van schulden, die niet hun ontstaan vonden in een credietverlening tot bevordering van de herbouw of het her stel volgens de goedgekeurde bouwkosten. In dit geval im mers wordt de opbouwhypotheek van het Rijk voorrang ver leend boven de zojuist vermelde. Wij willen in het voorbij gaan toch nog wel de aandacht van onze boerenleenbank- bestuurderen vestigen op het gevaar dat hierin verscholen ligt. Wanneer immers iemand bij de Bank crediet vraagt on der aanbieding van hypothecaire zekerheid op een huis, dat, na door oorlogsschade getroffen te zijn, is herbouwd of her steld, dan dient men zich wel te vergewisen, of het Rijk ter zake van de herbouw of het herstel credieten heeft verleend. Wanneer dit laatste het geval is kan het Rijk immers een op bouwhypotheek vestigen, die voor het geheel voorrang zal hebben boven de hypotheek, die inmiddels ten behoeve van de Bank was gevestigd. Op deze wijze zou de Bank, die meende een volwaardig onderpand te hebben en mede op grond daarvan tot de credietverstrekking is overgegaan, na derhand met een onvoldoende gedekte uitzetting zitten te kijken. Er wordt dus wel waakzaamheid vereist bij het ver strekken van voorschotten en credieten onder hypothecair verband op panden, die oorlogsschade hebben geleden en waar de schade door herbouw of herstel weer is goedge maakt. Hier schuilt een zwakke plek van de overigens zo vernuftige regeling der opbouwhypotheken. De zogenaamde oude hypotheken blijven echter in stand en worden niet geheel of gedeeltelijk nadelig gerangschikt ten aanzien van een hypotheek, gevestigd tot zekerheid van een renteloos voorschot van de Staat. Aangezien deze voor schotten ook meer hef karakter hebben van een aanvullende bijdrage, dan van credieten in de werkelijke zin des woords,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 30