7851 niet tijdig kunnen worden verstrekt. Deze situatie ligt geheel anders, wanneer het credieten van de overheid betreft. De wet geeft de minister immers de bevoegdheid om, nadat een crediet is verstrekt, zonder medewerking van de eigenaar een opbouwhypotheek te vestigen, terwijl de minister tevens be voegd is, met inachtneming van de wettelijke bepalingen, de rangregeling vast te stellen. Het Rijk kan de credieten dus rustig verstrekken, om later alsnog een hypotheek te gaan vestigen. Bovendien kan de minister tot zekerheid van de verleende credieten voorlopige inschrijvingen doen plaats vinden, die boven alle bestaande hypotheken zijn gerang schikt en zodoende de rechten van het Rijk, gedurende de tijd die verloopt tussen het ogenblik van de credietverlening en de vestiging van de opbouwhypotheek, waarborgen. Op- bouwhypotheken zullen dus doorgaans wel ten behoeve van de overheid worden gevestigd. Nu kan men zich afvragen of de overheid voor elk voor schot, dat zij ter bevordering van de herbouw of het herstel van een door oorlogsschade getroffen pand verstrekt, ook inderdaad fof het vestigen van een hypotheek zal overgaan. De minister behoeft immers van deze bevoegdheid geen ge bruik te maken. Het komt ons niet onwaarschijnlijk voor dat hij het dan ook in vele gevallen zal nalaten. Wij hebben hierbij in het bijzonder het oog op het meest voorkomende ge val, dat n.l. enkel een renteloos voorschot wordt verstrekt. Men bedenke, dat na verloop van tien jaren dit voorschot, zo niet in zijn geheel, dan toch voor een groot gedeelte zal wor den kwijtgescholden, welke kwijtschelding zal plaats vinden door de toekenning van een z.g. uitgestelde bijdrage. Men kan zich afvragen, of het voor zulke voorschoften nog lonend is kostbare zekerheidsstellingen in het leven te roepen. Bo vendien zal een oorlogsgetroffene, wiens pand tot nu toe onbelast was, nadeel kunnen lijden doordat zijn pand nu veel zwaarder is belast dan naar evenredigheid met hef be drag, dat hij uiteindelijk aan het Rijk verschuldigd zal blij ken te zijn. Deze niet geheel reële hypothecaire bezwaring kan immers ten gevolge hebben, dat de eigenaar niet meer voldoende crediet zal kunnen aantrekken. Bovendien zal, zoals wij reeds de vorige maal zagen, een opbouwhypotheek, die gevestigd wordt tot zekerheid van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 29