7844
ciering kan vergemakkelijken. Het is immers duidelijk, dat,
indien men uitgaat van de thans geldende premieregeling
voor eigen woningbouw, de boerenleenbank nimmer onder
eerste hypothecair verband op tafel kan brengen wat er aan
de bouwkosten ontbreekt, nadat van gemeentewege een
premie variërende van 3 tot 5000 gulden is in uitzicht gesteld.
De boerenleenbank kan immers uit eigen kracht nooit verder
gaan dan 2/3 van de verkoopwaarde, die eventueel wel kan
worden bepaald op basis van de huuropbrengst doch nimmer
op basis van de werkelijke bouwkosten. Alsdan kan het ver
schil tussen bouwkosten minus bouwpremie en het be
drag, dat uitsluitend onder hypothecair verband kan worden
gefinancierd, met de gemeentelijke garantie worden over
brugd en blijft de geldverstrekking voor de boerenleenbank
aantrekkelijkheid behouden, indien een rente van 3%°/o kan
worden gemaakt. Onder verband van eerste hypotheek plus
een gemeentelijke garantie kan de boerenleenbank derhalve
desgewenst de volledige bouwkosten, verminderd met de
bouwpremie, financieren en daarvoor een rente maken van
3K%>.
Wij vertrouwen, dat deze uiteenzettingen onze boeren
leenbankbeheerders een beter inzicht zullen hebben gege
ven in datgene wat wel en wat niet mogelijk is bij de finan
ciering van provinciale en gemeentelijke objecten, alsmede
bij de financiering van de woningbouw, indien daarvoor
van gemeentewege garanties worden gegeven.
In Nederland achterblijvend bezit van emigranten.
Ter publicatie in haar „Emigratie-nummer" van 11 Novem
ber 1950 zonden wij aan de redactie van „Boer en Tuinder"
een schrijven van de volgende inhoud. Ongetwijfeld zal het
zijn nut hebben, indien ook de lezers van onze Maandelijkse
Mededelingen hiervan kennis nemen.
leder emigrant neemt bij zijn vertrek uit Nederland zoveel
mogelijk goederen en geld met zich mede, en toch zijn velen
nog gedwongen een gedeelte van hun vermogen in Neder
land achter te laten. Het is hun bekend, dat zij van de dag
hunner emigratie als niet-ingezefenen worden beschouwd en
dat zij dan ingevolge de bestaande deviezenvoorschriften