7841 Dezelfde rentepercentages moeten ook worden aangehou den bij de verstrekking van leningen met gelijke jaarlijkse aflossingen met looptijden tussen 4 en 10 jaar, waarbij dan echter de gemiddelde looptijd als maatstaf moet worden genomen. Een lening van 10 jaar bijv. met een gelijke jaar lijkse aflossing heeft een gemiddelde looptijd van 5 jaar en derhalve mag de rente daarvoor niet hoger worden bepaald dan 2l/2°/o. Voor een lening van 8 jaar met gelijke jaarlijkse aflossingen moet overeenkomstig het tarief voor de korte leningen een rente van 2%% worden gevraagd. Het is duidelijk, dat ook deze z.g. korte leningen, waar voor het toegelaten rentetarief hierboven werd vermeld, voor onze boerenleenbanken weinig aantrekkelijk zijn met het oog op de rente, die zij in rekening-courant bij de Centrale Bank genieten. Vaste leningen! Hiervoor zijn de volgende rente-tarieven vastgesteld: rente 234looptijd 10 tot 15 jaren met gelijke jaarlijkse aflossing. rente 2%% looptijd 15 tot 20 jaren met gelijke jaarlijkse aflossing. rente 3% looptijd 20 jaren met gelijke jaarlijkse aflossingen opvorderbaar van de zijde van de geldgeefster na 16 jaren, rente 3°/o looptijd 10 jaar fix. rente 3°/o ged. 10 jaar, daarna 334looptijd 30 jaar en langer met gelijke jaarlijkse aflossingen, rente 3°/o ged. 10 jaar. daarna 33/2%), looptijd 30 jaar en langer, aflossing in annuïteiten, opvorderbaar van de zijde van de geldgeefster na 20 jaar. rente 3% ged. 10 jaar, daarna 334%, looptijd 40 jaar, aflos sing in gelijke jaarlijkse termijnen, opvorderbaar van de zijde van de geldgeefster na 20 jaar. rente 334% looptijd 40 jaar, aflossing annuïfeitsbasis. rente 334% looptijd 40 jaar, aflossing 15x1%, 10x134%, 5x3% en 10x534% of aflossing 20x1%, 20x4%, op vorderbaar van de zijde van de geldgeefster na 30 j. rente 334% looptijd 50 jaar, met gelijke jaarlijkse aflossin gen, opvorderbaar van de zijde van de geldgeefster na 40 jaar.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 19