7832 op gang kon komen, een zekere aanlooptijd nodig was; bovendien was de Nederlandse uitvoer naar West-Duitsland in grotere mate geliberaliseerd dan de Nederlandse invoer uit West-Duitsland. Voorts heett de Nederlandse transito-han del van deze liberalisatie gebruik gemaakt door grote kwan titeiten producten van buitenlandse oorsprong dikwijls tegen de bepalingen van het handelsverdrag in in Duits land in te voeren. Het was Duitsland slechts mogelijk deze grotere import uit Nederland in stand te houden, doordat Nederland in teite aan dit land een crediet verleende, dat even groot was als het verschil tussen de waarde van de Nederlandse export naar en de Nederlandse import uit West-Duitsland. Midden 1950 had Nederland zodoende een vordering van meer dan 330 millioen Mark 300 millioen) op Duitsland en deze vordering liep gevaar een vordering op een dubieuze debiteur te worden. Gelukkig kwam hiervoor een oplossing: de Europese Betalingsunie kwam tot stand, en onderhande lingen tussen Nederland en West-Duitsland leidden ertoe, dat de Nederlandse vordering zou worden afgewikkeld via deze betalingsunie. Tengevolge van deze Unie zou het betalings verkeer niet meer bilateraal, d.i. tussen land en land, gere geld behoeven te worden, doch in West-Europees verband. Een vordering op West-Duitsland was dan even goed als b.v. een vordering op België, tenminste zolang de betalingsunie niet in grote moeilijkheden zou komen. En, jammer genoeg, is dit geschied. Mede tengevolge van het Koreaanse conflict en de liberale invoerpolitiek van Duitsland heeft dit land in enkele maanden tijds een grote schuld aan de befalingsunie gekregen. Voor een gedeelte hiervan geeft de betalingsunie een crediet aan West-Duits land, doch voor het overige gedeelte moet Duitsland de schuld in goud of dollars betalen en hierover beschikt Duits land momenteel (nog?) slechts in zeer beperkte mate. Bij een vergroting van de schuld wordt het deel, dat in dollars moet worden afgedekt, steeds groter. Het gevolg van deze gang van zaken is geweest, dat West- Duitsland zich genoodzaakt heeft gezien de invoer te gaan beperken. Hier speelde nog doorheen het feit, dat Duitsland evenals alle andere West-Europese Marshall-landen één uni-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 10