7811 Van deze drie crediefvormen nemen de leningen verreweg de voornaamste plaats in, namelijk ongeveer 85°/o. Een opvallende karaktertrek van het boerenleenbankwezen in Zweden moet nog besproken worden. Zoals bekend zijn in Nederland de boerenleenbanken zelf verantwoordelijk voor de tegoeden op spaarrekening, lopen de rekening en deposito-rekening. In Zweden is dit anders geregeld. Daar zijn niet de boerenleenbanken hiervoor verantwoor delijk, maar de districtscentrales. De plaatselijke banken ont vangen wel de tegoeden, maar zij treden daarbij op als agent van de districtscentrale en ze ontvangen hiervoor dan ook een zekere provisie. Deze regeling is in hoofdzaak het gevolg van bepaalde voorschriften in de Zweedse wet. Men zou verwachten, dat de activiteit van de kasseir m.b.t. hef verkrij gen van tegoeden gering zou zijn. Opvallend is dan ook, dat hiervan geen sprake is en dat integendeel de activiteit te dien opzichte heel behoorlijk is. Hoewel dus de plaatselijke banken geen verantwoorde lijkheid dragen voor de bij hun geplaatste tegoeden, zijn ze wel zelf verantwoordelijk voor de uitleningen aan de leden. (Uiteraard onder toezicht van de centrales). Aangezien nu de plaatselijke banken lenen op eigen ver antwoording, maar tegoeden alleen verkrijgen als agent van de disfrictscentrale ligt het voor de hand, dat zij het vermo gen, dat zij nodig hebben om leningen te kunnen verschaf fen, op hun beurt verkrijgen van de districtscentrale. In de praktijk gebeurt hef zo, dat de plaatselijke banken hun vorde ringen op de leden (wegens verleende credieten) tezamen met de bijbehorende zekerheden overdragen aan de dis trictscentrale. Zoals reeds hierboven gebleken is wordt het toezicht op de plaatselijke banken zowel door de districts- als door de Nationale Centrale uitgeoefend. Uiferaard is hierbij sprake van een doelmatige arbeidsverdeling. In grote lijnen is het zo geregeld, dat de beoordeling van de financiële positie der plaatselijke banken door de Nationale Centrale geschiedt. De toezichthoudende en controlerende taak van de disfrictscen-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 41