7810
benodigde fondsen krijgt voor de credietverlening. Hier
treedf dus het principe der wederzijdse hulpverlening dui
delijk op;
2. Te fungeren als centrale voor het geldverkeer tussen de
districtscentrales;
3. Toezicht en controle uitoefenen op de districtscenfrales en
op de plaatselijke boerenleenbanken. (Uiteraard treedt
bij dit laatste een werkverdeling op tussen Nationale Cen
trale en districtscentrales);
4. Het bevorderen van het boerenleenbankwezen door pro
paganda, instructie e.d.;
5. Op te komen op hoog niveau voor de boerenleenbanken.
De taak der plaatselijke banken.
De voornaamste taak der plaatselijke banken bestaat in het
voorzien in de behoeften van de boeren aan crediet en in het
bevorderen van het sparen. Daarnaast verricht men alle bank
diensten, waaraan de agrarische bevolking behoefte heeft.
De laatste tijd ligt evenals in ons land het accent sterk
op het bevorderen van het girale verkeer. Vooral het auto
matisch overboeken van de betalingen van de agrarische
coöperaties aan hun leden op lopende rekening heeft daar
een grote vlucht genomen. In 1949 had ruim 30%> van de
leden reeds een lopende rekening met automatische over
boeking.
Hoewel spaargelden, gelden in rekening-courant en depo
sito's worden aangetrokken zowel van leden als van niet-
leden, is de credietverlening uitsluitend beperkt tot de leden
der plaatselijke banken.
Deze credietverlening vindt plaats op drie wijzen:
a. Lening:
1. met zakelijke zekerheid (hypotheek of effecten). Als
regel kunnen deze leningen met drie maanden worden
opgezegd, maar practisch zijn het leningen op lange
termijn;
2. met persoonlijke zekerheid (borg). Veelal zijn deze
leningen voor 1 jaar.
b. Crediet op grond van wissels.
c. Crediet in rekening courant.