7809
coöperaties op landbouwgebied lid worden van deze dis
trictscentrales.
leder lid moet tenminste één aandeel nemen (a 100 kro
nen). De coöperaties werkzaam op landbouwgebied mogen
echter meer dan een aandeel nemen. Dit is niet toegestaan
aan de boerenleenbanken. Op de algemene vergadering van
de districtscentrales hebben de boerenleenbanken echter
ieder ééri stem, terwijl de andere coöperaties ieder slechts
1/10 stem hebben. Het ligt voor de hand, dat deze structuur
gekozen is om de invloed van de plaatselijke banken op de
districtscentrales zo groot mogelijk te doen zijn. Evenals bij
de plaatselijke banken is ook hier de aansprakelijkheid der
leden beperkt.
De voornaamste taken van de districtscentrales zijn:
1. Toezicht en controle uitoefenen op de plaatselijke banken;
2. Verschaffen van leningen aan coöperaties op landbouw
gebied. Dit kan niet gebeuren door de plaatselijke ban
ken, daar coöperaties hiervan geen lid kunnen zijn, terwijl
deze alleen maar aan leden credieten mogen verschaffen;
3. Zorgen dat de plaatselijke banken over voldoende fond
sen beschikken om leningen te kunnen verschaffen;
4. De verantwoordelijkheid dragen voor de tegoeden op
spaarrekeningen, lopende rekening en rekening-courant.
Deze twee laatste punten komen nog ter sprake bij de be
spreking van de taak der plaatselijke banken.
ad c. De Nationale Centrale Bank.
Van dit toporgaan mogen alleen de districtscentrales lid
zijn. Deze hebben ieder een aandeel van 500 kronen, terwijl
ook hier weer sprake is van beperkte aansprakelijkheid. De
hoogste autoriteit is zoals steeds de algemene verga
dering. leder der 10 districfscentrales stuurt een aantal afge
vaardigden naar deze algemene vergadering. De grootte van
het aantal afgevaardigden wordt bepaald, door het aantal
boerenleenbanken, dat bij de betreffende disfricfscentrale is
aangesloten. Elke afgevaardigde heeft één stem.
De taak van deze centrale is:
1. Te zorgen dat, wanneer de inlagen bij een bepaalde dis
fricfscentrale te klein zijn, deze districtscentrale toch de