7801
2. de gevallen, waarin de eigenaar wel hef resterende
gedeelte blijft bewonen of voor de uitoefening van
zijn bedrijf blijft bezigen.
B. Onderhuur.
Onder onderhuur wordt verstaan het huren van een huur
der van een niet zelfstandig gedeelte van een onroe
rend goed.
In de gevallen onder A. sub 1. en onder B. genoemd is
de huurprijs van het niet zelfstandig gedeelte die, welke
tot de huurprijs van het gehele onroerende goed in de
zelfde verhouding staat als het gebruiksgenot van het
gedeelte tot het gebruiksgenot van het geheel. Bedraagt
b.v. de huurprijs van het gehele onroerende goed vol
gens de in de Huurwet neergelegde algemene huurnorm
100,per maand en bedraagt het gebruiksgenot van
het gedeelte 34 van het gebruiksgenot van het geheel,
dan is de huurprijs van het gedeelte 25,per maand.
In het geval onder A. sub 2. genoemd wordt de huur
prijs op dezelfde wijze bepaald als in de gevallen onder
A. sub 1. en onder B., doch op de aldus berekende huur
prijs wordt een extra verhoging van 20°/o toegestaan.
Met deze regeling, welke ook van rechtswege geldt en
dus de bestaande huurcontracten in dit opzicht door
breekt, wordt een poging gedaan om enerzijds waarbor
gen te scheppen tegen het heffen van onredelijke huur
prijzen bij deel- en onderhuren, terwijl anderzijds in het
geval onder A. sub 2. genoemd de eigenaar een com
pensatie wordt gegeven voor het ongerief, welke de
deelhuur voor hem in dat geval met zich brengt.
VIII. In de praktijk komt het veelvuldig voor, dat eigena
ren een verkapte huurverhoging effectueren door onder
houdsverplichtingen, welke volgens de regelen van het Bur
gerlijk Wetboek op de verhuurder rusten, ten laste van de
huurder brengen, zonder dat bij het vaststellen van de huur
prijs deze evenredig is verlaagd. Het was en is uiteraard vol
komen geoorloofd bij confracf fe bedingen, dat al het onder
houd door de huurder zal worden gedragen, mits zulks ech
ter gepaard ging of gaaf mef een relafief lagere huurprijs.