7799 dan die van het onder I. bedoeld gebouwd onroerend goed. In de meeste gevallen is in deze hogere huurprijs de stijging van onderhoudskosten etc. reeds verdisconteerd. Bij Alge mene Maatregel van Bestuur zullen echter, indien daartoe aanleiding blijkt te bestaan, afwijkende regelen kunnen wor den gegeven. III. Zijn de gebouwde onroerende goederen onder I. en II. genoemd op het moment van inwerkingtreding dezer wet niet verhuurd, dan geldt als huurprijs die van een vergelijk baar onroerend goed. IV. Met betrekking tot zonder Rijkssteun na het in wer kingtreden dezer wet tot stand gekomen gebouwd onroe rend goed is in ons artikel in het Julinummer over de Premie regelingen Woningbouw 1950 gezegd, dat men vrij is in de vaststelling van de huurprijs. Deze opmerking was op het mo ment, waarop evengemeld artikel Werd geschreven, juist. Het Ontwerp Huurwet, zoals het toen luidde, voorzag niet in de huurprijs van nieuwbouw welke, na het in werking treden van deze wet, zonder Rijkssteun was gesticht. Dit kwam de Twee de Kamer niet juist voor, aangezien de huurprijskwestie bij deze nieuwe woningen van soortgelijke aard is als bij de oude huizen n.l. een kwestie van zoeken naar evenwicht tus sen hetgeen de eigenaar redelijkerwijze toekomt en hetgeen van de huurder kan en mag worden gevraagd, een en ander binnen het kader van de door de Regering gevoerde loon- en prijspolitiek. De Tweede Kamer zag dan ook geen reden voor het feit, dat de huurvaststelling zich beperkt tot de oude woningen. Zij achtte het integendeel wenselijk, dat er, zo lang bescherming van de huren nodig is, ook normen worden gesteld aan de hand waarvan de vaststelling van de huren voor nieuwe woningen zal dienen te geschieden. De Rege ring ging hiermede accoord en heeft in de Huurwet een be paling opgenomen inhoudende, dat na het in werking treden dezer wet zonder Rijkssteun tot stand gekomen gebouwd on roerend goed slechts tegen dezelfde huurprijs mag worden verhuurd als die, welke op het ogenblik van het in werking treden dezer wet geldt voor een vergelijkbaar onroerend goed. Voor woningen gesticht met Rijkssteun wordt in alle geval-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 29