7794
ken wordt van het vestigen van een opbouwhypotheek, ter
wijl het onroerend goed overigens onbelast is. Dit geschiedt
op de eerste plaats in die gevallen, waar behalve de boeren
leenbank ook het Rijk een crediet terzake van het herstel of
van de herbouw heeft verstrekt. Geschiedde dit niet, dan zou
het Rijk bij het vestigen van haar opbouwhypotheek de boe
renleenbank voor het gehele bedrag harer vordering bij zich-
zelve kunnen achterstellen. De boerenleenbank zou zelfs
haar rang niet gedeeltelijk kunnen behouden, omdat haar
hypotheek na de datum van de toebrenging van de schade
is gevestigd. Een tweede reden om dergelijke hypotheken
als opbouwhypotheken te kenmerken, is gelegen in de rege
ling betreffende de aflossing van opbouwobligaties, op welk
onderwerp wij hier niet verder in zullen gaan.
Tenslotte vermelden wij nog dat de wet de Minister de
bevoegdheid geeft om voor de tijd, gedurende welke het
Rijk of een andere publiekrechtelijke instelling reeds wel een
crediet heeft verleend, doch de hypotheek nog niet is ver
strekt, in de hypotheekregisters een voorlopige inschrijving
te doen aantekenen. Deze inschrijvingen nemen rang boven
alle bestaande hypotheken en moeten door de Minister zo
spoedig mogelijk in opbouwhypotheken worden omgezet.
Wij veronderstellen dat wij onze lezers voor deze keer we
derom genoeg zware kost hebben voorgeschoteld en stellen
ons voor onze conclusies tot de volgende maal te bewaren,
bij welke gelegenheid wij tevens ons onderzoek naar de
rechten van de hypotheekhouders verder hopen voort te
zet,en- (Wordt vervolgd).
De Huurwet.
Sedert 10 Mei 1940 tot op de dag van de bevrijding is door
oorlogsgeweld veel gebouwd onroerend goed verloren ge
gaan, terwijl in die periode de bouwactiviteit practisch geheel
gestagneerd was, waardoor grote schaarste op dit gebied
ontstond. Deze schaarste aan gebouwd onroerend goed
noopte, evenals de schaarste op zovele andere gebieden
van het economische leven zulks deed, de Overheid tot in
grijpende maatregelen met betrekking tot distributie en prijs-