7790
de toegekende Rijksbijdrage. Deze beperkingen bestaan
hierin, dat hij gedurende de eerste tien jaren na de dag,
waarop de rangregeling heeft plaats gehad, geen hogere
rente mag berekenen dan 4% en de aflossing slechts mag
vorderen onder toestemming van de Minister, tenzij bij wan
betaling van rente of aflossing, alsook bij faillissement van de
schuldenaar of beslaglegging op het onderpand. De wetge
ver heeft door deze bepaling bereikt dat de hypotheekhou
der, die mede dank zij de van Rijkswege gegeven schade
vergoeding zijn verhaalsobject ziet hersteld, ook verplicht
wordt zijn schuldenaar de kans te geven zich van de geleden
oorlogsschaden te herstellen. Gedurende hef tijdperk van
herstel zal de hypotheeknemer de financiële lasten van zijn
schuldenaar niet kunnen verzwaren door het eisen van een
hogere rente of aflossing. Wel staat de wet toe een aflossing
te vorderen van 2% over dat gedeelte der schuld dat bene
den de opbouwhypotheek is gerangschikt.
Opdat een oude hypotheek ook voor het bedrag van de
Rijksbijdrage boven de te vestigen opbouwhypotheek kan
worden gerangschikt, moet de hypotheekhouder zich der
halve aan verschillende voorwaarden binden, terwijl men nog
niet zeker is dat deze bevoorrechting zal uitstijgen boven het
bij de wet gestelde minimum van 50%> van de Grootboekin
schrijving. Bovendien bepaalt de wet, dat de oude hypo
theken hun rang enkel tot de waarde der restanten zullen be
houden, wanneer hef hypotheken betreft, gesteld tot zeker
heid van een schuld, waarvan het bedrag afhankelijk is van
een rekening-courant verhouding, van een voorwaardelijke
schuld of van een schuld tot een onbepaald bedrag. Hoewel
wij ons kunnen voorstellen, dat hef belang van de wederop
bouw deze bepaling in bijzondere gevallen zou kunnen wet
tigen, lijkt ons deze algemene regel een ongemotiveerde
afwijking van het door ons voorgestane beginsel, dat de
schadepenningen in de plaats van het verhaalsobject dienen
te treden. In feite maakt deze bepaling het mogelijk in wille
keurige gevallen de kosten van de wederopbouw gedeelte
lijk te schuiven op de rug van de houders van oude hypo
theken.
Was de eerste eigenaardigheid van de opbouwhypotheek
hef feit, dat deze hypotheek rang neemt niet na maar tussen